In een gezin waarin een groot verlies heeft plaatsgevonden, of waar langdurige ziekte een gezinslid treft, verschuift de aandacht vaak vanzelfsprekend naar degene die het meest zichtbaar lijdt. Dat kan een ouder zijn die ernstig ziek is, een broer of zus die intensieve zorg nodig heeft, of het verdriet van een ander gezinslid dat alles overschaduwt. En dan is daar soms dat ene kind: stil, behulpzaam, rustig. Het kind dat zich aanpast, dat geen extra aandacht vraagt. Het ‘vergeten’ kind.
Onzichtbaar worden om te ontzorgen
“Vergeten” kinderen voelen haarfijn aan dat hun ouders of verzorgers overvraagd zijn. Ze besluiten vaak onbewust dat ze geen extra “last” willen zijn. Ze houden hun gevoelens binnen, stellen weinig eisen, doen extra hun best op school of in het huishouden. Van buitenaf lijkt het alsof ze het goed doen, alsof ze juist krachtig en zelfstandig zijn. Maar onder die aanpassing zit vaak een diep verlangen naar gezien en gehoord worden.
Rouwen in stilte
Net als andere gezinsleden maken deze kinderen ook hun eigen rouwproces door. Alleen gebeurt dat vaak in stilte, zonder ruimte voor hun eigen emoties. Ze willen hun ouders niet belasten met nog meer verdriet. Daardoor missen ze niet alleen de erkenning van hun gevoelens, maar ook de steun die ze zo hard nodig hebben om te kunnen verwerken wat er speelt.
De lange schaduw van onzichtbaarheid
Als een kind langdurig leert dat zijn of haar gevoelens minder belangrijk zijn dan die van anderen, kan dat een diepe indruk achterlaten. Het ontwikkelen van een identiteit, zelfvertrouwen en het vermogen om later gezonde relaties aan te gaan, kan daardoor verstoord raken. Het risico bestaat dat deze kinderen zichzelf blijven wegcijferen, ook in volwassen relaties.
Hoe kun je het vergeten kind wél zien?
Het begint met opmerkzaamheid. Zie je een kind dat nooit klaagt, altijd meewerkt, en nooit iets voor zichzelf lijkt te willen? Vraag je dan af: wat zit daaronder? Nodig het kind uit om te delen hoe het zich voelt, ook al lijkt het ogenschijnlijk rustig. Geef ruimte aan emoties, zonder oordeel of haast om het op te lossen.
Plan een-op-een momenten in, hoe klein ook. Laat merken dat je het kind ziet, hoort en waardeert. Benoem dat het zwaar kan zijn om in de schaduw van verdriet of ziekte te staan. Door erkenning te geven, door nabij te zijn, geef je het kind iets terug dat van levensbelang is: het gevoel dat het er echt toe doet.