In een gezin waarin een groot verlies heeft plaatsgevonden, of waar langdurige ziekte een gezinslid treft, verschuift de aandacht vaak vanzelfsprekend naar degene die het meest zichtbaar lijdt. Dat kan een ouder zijn die ernstig ziek is, een broer of zus die intensieve zorg nodig heeft, of het verdriet van een ander gezinslid dat alles overschaduwt. En dan is daar soms dat ene kind: stil, behulpzaam, rustig. Het kind dat zich aanpast, dat geen extra aandacht vraagt. Het ‘vergeten’ kind.


Onzichtbaar worden om te ontzorgen


“Vergeten” kinderen voelen haarfijn aan dat hun ouders of verzorgers overvraagd zijn. Ze besluiten vaak onbewust dat ze geen extra “last” willen zijn. Ze houden hun gevoelens binnen, stellen weinig eisen, doen extra hun best op school of in het huishouden. Van buitenaf lijkt het alsof ze het goed doen, alsof ze juist krachtig en zelfstandig zijn. Maar onder die aanpassing zit vaak een diep verlangen naar gezien en gehoord worden.


Rouwen in stilte


Net als andere gezinsleden maken deze kinderen ook hun eigen rouwproces door. Alleen gebeurt dat vaak in stilte, zonder ruimte voor hun eigen emoties. Ze willen hun ouders niet belasten met nog meer verdriet. Daardoor missen ze niet alleen de erkenning van hun gevoelens, maar ook de steun die ze zo hard nodig hebben om te kunnen verwerken wat er speelt.


De lange schaduw van onzichtbaarheid


Als een kind langdurig leert dat zijn of haar gevoelens minder belangrijk zijn dan die van anderen, kan dat een diepe indruk achterlaten. Het ontwikkelen van een identiteit, zelfvertrouwen en het vermogen om later gezonde relaties aan te gaan, kan daardoor verstoord raken. Het risico bestaat dat deze kinderen zichzelf blijven wegcijferen, ook in volwassen relaties.


Hoe kun je het vergeten kind wél zien?


Het begint met opmerkzaamheid. Zie je een kind dat nooit klaagt, altijd meewerkt, en nooit iets voor zichzelf lijkt te willen? Vraag je dan af: wat zit daaronder? Nodig het kind uit om te delen hoe het zich voelt, ook al lijkt het ogenschijnlijk rustig. Geef ruimte aan emoties, zonder oordeel of haast om het op te lossen.


Plan een-op-een momenten in, hoe klein ook. Laat merken dat je het kind ziet, hoort en waardeert. Benoem dat het zwaar kan zijn om in de schaduw van verdriet of ziekte te staan. Door erkenning te geven, door nabij te zijn, geef je het kind iets terug dat van levensbelang is: het gevoel dat het er echt toe doet.


In de wereld van de klinische zorg draait veel om richtlijnen, protocollen en evidence-based handelen. Dat is begrijpelijk, want structuur en duidelijkheid zijn essentieel in een medische omgeving. Maar wat als je werkt met mensen die zich in de meest kwetsbare fase van hun leven bevinden? Wat als je te maken krijgt met verlies, rouw, angst of onzekerheid? Dan merk je al snel dat er iets ontbreekt in die nauwkeurig uitgestippelde aanpak: de E van Emotie.


Emotie past niet in een protocol

In de opleidingen tot arts, verpleegkundige of andere zorgprofessional ligt de nadruk op kennis en kunde. Maar omgaan met emoties, van jezelf én van de ander, krijgt vaak nauwelijks aandacht. Veel professionals voelen zich daardoor ongemakkelijk, onzeker of zelfs machteloos wanneer iemand tegenover hen breekt in verdriet. De neiging is dan om terug te grijpen op het protocol: meten, regelen, door.

De kracht van verbinding

Maar juist in de momenten waarop verdriet groot is, verlangen mensen naar verbinding. Naar een hand op hun schouder, een luisterend oor, iemand die even blijft zitten zonder direct iets te willen fixen. Juist dan is het vermogen om er echt te kunnen zijn van onschatbare waarde. En dat vraagt om meer dan kennis. Het vraagt om menselijkheid.

Een pleidooi voor meer ruimte

De professionele zorg heeft behoefte aan een nieuwe balans. Waar kennis en vaardigheden hand in hand gaan met empathie en emotionele aanwezigheid. Waar ruimte is voor het niet-weten, voor het verdriet, voor het stilvallen. Pas dan kunnen we écht zorg bieden die helend is. Laten we de E van Emotie opnieuw een plek geven in de zorg. Want zonder emotie missen we het hart van het werk.


Wanneer je te horen krijgt dat je kind ongeneeslijk ziek is, komt de wereld tot stilstand. Alles wat vanzelfsprekend leek, valt weg. Plots wordt tijd een andere ervaring. Niet langer een vanzelfsprekende stroom van dagen en nachten, maar een vijand die je achtervolgt, die je dwingt om los te laten terwijl je dat helemaal niet wilt.


De beleving van tijd verandert


In de begeleiding van gezinnen in deze situatie hoor ik vaak: “Het gaat allemaal zo snel.” Of juist: “Elke seconde lijkt eindeloos, maar toch glipt de tijd tussen onze vingers door.” Het is verwarrend en pijnlijk. Want hoe neem je afscheid van je kind, terwijl je dat nog helemaal niet wilt? Hoe geef je vorm aan liefde, terwijl je weet dat je moet loslaten?


Liefde krijgt een andere taal


In die periode komt alles aan op de kleinste momenten. Een blik, een hand op een wang, samen nog één keer die lievelingsfilm kijken. Liefde krijgt een andere taal, eentje zonder toekomst, maar vol betekenis. En ondanks het ondraaglijke verdriet zie ik ook vaak de ongelooflijke kracht van ouders, broers en zussen. Hoe ze kiezen voor aanwezigheid, voor nabijheid, voor elke seconde samen. Door ik ben bij je uit te stralen en te dragen.


Herinneringen maken binnen de tijd die er is


Tijd geneest in deze situatie niet. Tijd maakt het gemis alleen maar tastbaarder en groter. Maar binnen die eindige tijd kunnen we wél iets wezenlijks betekenen. Door ruimte te maken voor afscheid, hoe pijnlijk ook. Door het leven te blijven zien in alles wat nog wél kan. En door ouders te steunen in het maken van herinneringen die blijven.


Liefde die verder reikt dan woorden


Afscheid nemen van je kind is misschien wel het zwaarste wat een mens kan meemaken. Maar juist in die korte, kostbare tijd kunnen liefde, zachtheid en verbondenheid een kracht vormen die verder reikt dan woorden.

Herken je deze situatie en kun je hulp gebruiken? Ik loop graag een tijdje met jullie mee om te helpen invulling te geven aan jullie rouw, afscheid en verdriet. Meer weten? Neem dan vrijblijvend contact op.


Rouw is een onderwerp dat we vaak liever uit de weg gaan, zeker binnen het onderwijs. Toch krijgen vrijwel alle scholen vroeg of laat te maken met een leerling die rouwt. Of het nu gaat om het verlies van een ouder, een grootouder, een broertje of zusje, of zelfs een klasgenoot – de impact is groot. Veel scholen proberen hierop voorbereid te zijn door een cursus of training te volgen, maar rouw laat zich niet vangen in een standaard protocol. Met alleen een cursus kom je er niet. Rouw draat een leerling zijn hele schoolcarrière mee en wanneer er bij een andere leerling of leerkracht iets gelijks voordoet wordt de rouw weer extra aangeraakt.


Rouw is geen vast stappenplan


Een cursus over rouw biedt waardevolle handvatten, maar rouw is voor iedereen anders. Elk kind rouwt op zijn eigen manier en tempo. Sommigen zoeken afleiding, anderen trekken zich terug. Er is geen standaardreactie, en dat maakt het lastig voor scholen om precies te weten hoe ze moeten handelen. Een vaste aanpak werkt niet. Wat wél werkt, is een open en flexibele houding waarin ruimte is voor het individuele proces van een leerling. Niet alleen wanneer de rouw actueel is maar ook wanneer het goed gaat met de leerling.


De rol van de school


Scholen spelen een belangrijke rol in de ondersteuning van rouwende leerlingen.Een veilige omgeving, begripvolle leerkrachten en een cultuur waar gevoelens besproken mogen worden zijn enorm waardevol in het rouwproces. Om zich daar goed op voor te bereiden, hebben scholen en leerkrachten meer nodig dan enkel theoretische kennis. Het vraagt om bewustzijn, empathie en vooral de bereidheid om het gesprek aan te gaan – keer op keer, ook lang nadat de eerste schok voorbij is. Ook midden in een rekenles of taalles als de rouw zomaar ineens naar boven komt, dan kan je het niet parkeren en eerst de rekenles willen afmaken.


Hoe kan een school écht helpen?

– Luisteren zonder te willen oplossen: Rouw is geen probleem dat gefikst kan worden, maar een proces dat erkend wil worden met name op de momenten dat het eigenlijk niet uitkomt (in de reken of taalles bijv)

– Ruimte geven aan emoties: Een kind mag verdrietig zijn, boos, afgeleid of zelfs lachen tussendoor – alles is normaal.

– Blijven checken: Niet alleen in de eerste weken, maar ook na maanden of zelfs jaren nog vragen hoe het gaat en stilstaan dat bij elk nieuwe verlies het oude weer getriggerd kan worden.

– Een rouwvriendelijke schoolcultuur creëren: Waar verlies bespreekbaar is en kinderen zich gesteund voelen door zowel leerkrachten als klasgenoten. Waar kinderen leren over emoties en hoe je deze kan reguleren.


Een doorlopende inspanning


Een cursus kan een mooie basis zijn, maar het belangrijkste is wat er daarna gebeurt. Rouwondersteuning vraagt om een voortdurende inspanning en een cultuur waarin verlies en verdriet niet weggestopt worden, maar er mogen zijn. Pas dan kan een school een echte steunpilaar zijn voor rouwende kinderen.

Tien jaar geleden begon mijn avontuur met de Kinderhoeksteen. Vanuit mijn ervaring als kinderverpleegkundige groeide mijn hart voor rouw- en traumabegeleiding. Wat begon met zorg voor kinderen, werd al snel een diepe passie om gezinnen te ondersteunen in hun verdriet. Het is een voorrecht geweest om in al die jaren met meer dan honderd gezinnen mee te mogen lopen op hun unieke rouwpad.

De veerkracht van kinderen

Waar ik de afgelopen tien jaar echt van onder de indruk ben geweest? De veerkracht van kinderen die te maken hebben met een groot verlies. Het is keer op keer weer heel bijzonder om te zien hoe open en eerlijk kinderen zijn en hoe zij manieren vinden om om te gaan met impactvolle gebeurtenissen en donkere tijden. Zij hebben mij zoveel geleerd over hoe je met verlies omgaat. Eigenlijk zijn zij mijn grootste leermeesters geweest.

Blijven groeien en ontwikkelen

In de afgelopen tien jaar heb ik mezelf continu uitgedaagd om te blijven groeien. Zo heb ik onder andere de opleiding lichaamsgerichte traumatherapie afgerond. Mijn doel is altijd geweest om gezinnen zo goed mogelijk te ondersteunen, afgestemd op wat zij nodig hebben. Samen hebben we grenzen verlegd, ruimte gecreëerd voor heling en taboes rondom rouw doorbroken.

De kracht van afscheid nemen

Wat me in deze jaren echt duidelijk is geworden, is hoe essentieel afscheid nemen is voor het verweven van verlies. Afscheid nemen kent vele vormen en vraagt tijd en aandacht. Ik ben dankbaar dat ik hierin een steunende rol heb mogen spelen voor zoveel mensen.

Dankbaarheid en trots

Als ik terugkijk op deze tien jaar, voel ik me vooral dankbaar en trots. Dankbaar voor het vertrouwen dat zoveel gezinnen mij hebben gegeven en trots op wat we samen hebben bereikt. Natuurlijk blijf ik me ook de komende jaren inzetten om gezinnen te begeleiden op hun pad van rouw. Want rouwen moet je wel zelf doen, maar niet alleen.


Wanneer je te maken hebt met rouw, ligt een gevoel van eenzaamheid op de loer. In je diepste verdriet kun je je zo alleen voelen. En praten over je verdriet, open zijn over al je emoties, doen we ook liever niet. Het lijkt wel of we in onze moderne samenleving niet goed meer weten hoe we moeten rouwen. Zijn we het dan verleerd? Nee. Maar we zijn het samen rouwen grotendeels kwijtgeraakt.


It takes a village

Misschien ken je de uitspraak “It takes a village to raise a child”: Er zijn veel mensen nodig om een kind op te voeden. Ditzelfde geldt eigenlijk voor veel meer belangrijke dingen in het leven. Ook rouwen gaat het beste in verbinding met anderen.

Rouwen gaat het beste in verbinding met anderen. Wanneer je kijkt naar natuurvolkeren, zie je dat rouw altijd een gedeelde ervaring is. Ieder rouwt op zijn eigen manier, maar altijd met de steun van de gemeenschap. Samen huilen, rituelen uitvoeren, herinneringen delen – het zorgt ervoor dat de pijn wordt gedragen door velen in plaats van door één persoon alleen.


Het gebrek aan community


In onze westerse samenleving ontbreekt die gezamenlijke rouw sterk. We hebben geleerd dat verdriet iets persoonlijks is, iets dat je zelf moet verwerken. We krijgen misschien even steun in de eerste dagen na een verlies, maar al snel wordt verwacht dat we ‘de draad weer oppakken’. Dit individualistische perspectief maakt rouwen zwaarder dan het hoeft te zijn.


Samen rouwen, bestaat dat eigenlijk wel?


Iedereen rouwt op zijn eigen manier. Er is geen universeel stappenplan voor verdriet. Maar samen rouwen betekent niet dat iedereen hetzelfde moet doen – het betekent dat we steun bieden, dat we aanwezig zijn, dat we rouw niet in stilte laten gebeuren. Het gaat niet om uniforme rituelen, maar om een netwerk van support waarin verdriet erkend en gedeeld mag worden.


Hoe kunnen we rouw weer collectiever maken?

  • Ruimte geven aan rouw: Sta toe dat mensen langer rouwen, zonder haast om ‘verder te gaan’.
  • Meer openheid over verlies: Door verdriet bespreekbaar te maken, normaliseren we rouw als een gedeelde ervaring.
  • Rouwrituelen: Rituelen, hoe klein ook, helpen om samen stil te staan bij verlies.
  • Actief steun bieden: Niet alleen in de eerste weken, maar ook daarna blijven vragen hoe het met iemand gaat.


Je moet het zelf doen, maar niet alleen


We zijn het rouwen dus niet verleerd, maar we missen vaak een veilige omgeving die ons omringt en beschermt in tijden van rouw. Door rouw weer een gedeelde ervaring te maken, kunnen we de zwaarte ervan beter dragen. Want rouwen doe je op je eigen manier, maar nooit alleen.

Rouw is een intens en ingrijpend proces. Het verlies van een dierbare laat een leegte achter die moeilijk te vullen is. In deze emotioneel zware periode zoeken mensen vaak naar manieren om troost te vinden. Eén van de meest krachtige – en vaak onderschatte vormen – van troost is een knuffel. Niet alleen voor kinderen, maar ook voor volwassenen kan fysiek contact een enorm helende werking hebben.


Waarom aanraking zoveel betekent

Een knuffel is veel meer dan een simpele omhelzing. Het is een vorm van non-verbale communicatie die troost, liefde en verbondenheid uitdrukt. Wanneer woorden tekortschieten, kan een knuffel zeggen: Ik ben er voor je, je staat er niet alleen voor.

Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat een knuffel de aanmaak van oxytocine stimuleert, ook wel het ‘knuffelhormoon’ genoemd. Dit hormoon vermindert stress en angst en versterkt gevoelens van vertrouwen en veiligheid. In tijden van rouw, waarin emoties overweldigend kunnen zijn, biedt een knuffel een gevoel van geborgenheid en rust.

Soms is er niemand in de buurt die je een knuffel kan geven. Of je mist juist de knuffels van de geliefde die je verloren bent. Die knuffels zijn onvervangbaar. Sla dan eens je eigen armen om jezelf heen en houd jezelf stevig vast. Ook dan wordt de aanmaak van oxytocine gestimuleerd.


Knuffels voor volwassenen: net zo belangrijk

Vaak wordt aangenomen dat kinderen meer behoefte hebben aan fysieke troost dan volwassenen. Toch hebben volwassenen net zo goed baat bij een troostende aanraking. In een maatschappij waarin we ons verdriet soms proberen te verbergen, kan een knuffel een krachtig gebaar zijn. Het herinnert ons eraan dat we niet alleen zijn en dat onze pijn erkend wordt.

Voor veel mensen kan het moeilijk zijn om hun verdriet te uiten of om hulp te vragen. Een knuffel vraagt geen woorden, geen uitleg. Het is een direct gebaar van steun dat zonder oordeel wordt gegeven. Dit maakt het een toegankelijk en waardevol hulpmiddel in het rouwproces.


Hoe kun je troost bieden met een knuffel?

  • Wees attent op de behoefte van de ander. Niet iedereen vindt fysiek contact prettig, maar vaak is een eenvoudige aanraking op de schouder of een open houding al voldoende om steun te tonen.
  • Luister zonder woorden. Soms zegt een knuffel meer dan duizend woorden. Het biedt een veilige ruimte waarin iemand zich even kan laten gaan zonder oordeel.
  • Bied een knuffel aan, maar dring niet op. Vraag bijvoorbeeld: Wil je een knuffel? Zo geef je de ander de keuze en houd je rekening met hun gevoelens.


De dood is een onderwerp waar we vaak liever niet aan denken. Toch is het een onlosmakelijk deel van ons leven. Zodra we geboren worden, weten we dat de dood uiteindelijk zal komen. Waarom voelt het dan zo ongemakkelijk om erover te praten? Zeker met kinderen, die met een natuurlijke nieuwsgierigheid vragen stellen over wat de dood betekent. In deze blog ontdek je hoe je op een open, simpele en soms luchtige manier met je kinderen over de dood kunt praten.
De nieuwsgierigheid van een kind

De nieuwsgierigheid van een kind


Waar volwassenen de dood vaak associëren met verdriet en verlies, zien kinderen het eerder als een raadsel. Ze stellen vragen als: “Wat gebeurt er als je doodgaat?” of “Doet doodgaan pijn?” Deze nieuwsgierigheid biedt een prachtige kans om eerlijk en open te praten. Door antwoorden simpel te houden en kinderen ruimte te geven voor hun eigen ideeën, help je hen begrijpen dat de dood erbij hoort.

Breek het ijs met een grapje


Het bespreken van de dood hoeft niet zwaar te zijn. Humor kan juist heel krachtig zijn. Stel, je kind zegt: “Misschien word ik een sterretje als ik doodga.” Dan kun je daar luchtig op reageren met: “Hopelijk ga je niet te fel schijnen, anders kan ik niet slapen.” Humor haalt de spanning weg en maakt ruimte voor verbondenheid.

Gebruik momenten uit het dagelijks leven


Het bespreken van de dood hoeft niet ingewikkeld of groot te zijn. Gebruik dagelijkse situaties als aanleiding. Vind je een dood vogeltje in de tuin? Vraag je kind wat het denkt dat er gebeurd is en maak er een klein ritueel van, zoals het begraven van het vogeltje en het planten van een bloemetje. Zulke momenten helpen kinderen begrijpen dat afscheid nemen normaal is en een ruimte en aandacht mag krijgen.

Hulpmiddelen: boeken en films


Er zijn tal van kinderboeken en films die helpen om het gesprek op gang te brengen. Denk aan Coco, Bambi of De Leeuwenkoning. Ook boeken zoals Wat als verdriet op bezoek komt of Toverdruppels bieden laagdrempelige manieren om emoties bespreekbaar te maken.

Een waardevolle levensles

Door de dood bespreekbaar te maken, geef je je kinderen een belangrijke les: leven en dood horen bij elkaar. Laat vragen toe, omarm stiltes, wees eerlijk en durf humor in te zetten. Zo geef je je kind niet alleen antwoorden, maar ook een gevoel van verbondenheid en begrip.

Benieuwd naar meer tips en inspiratie over dit onderwerp? Luister dan naar mijn podcast aflevering ‘Doodnormaal’ waarin ik dieper in ga op hoe je de dood een natuurlijke plek kunt geven in je gezinsleven.


Wanneer we het hebben over rouw, denk je misschien als eerst aan emoties. Maar rouw is veel meer dan dat. Het is een allesomvattend proces dat zowel ons hart als ons hoofd raakt. De fysieke en mentale impact van rouw is enorm. Het kan voelen alsof delen van je brein en lichaam “bevriezen,” waardoor alledaagse taken een uitdaging worden. Hoe komt dat, en wat kunnen we doen om hiermee om te gaan?


Het rouwbrein: Wanneer plannen en regelen niet lukt

Rouw heeft een directe invloed op onze hersenen. De stress en emotionele belasting die rouw met zich meebrengt, beïnvloeden delen van de hersenen die verantwoordelijk zijn voor planning, organisatie, impulsbeheersing en emotie-regulatie. Dit noemen we ook wel het “rouwbrein.”

Misschien merk je dat je moeite hebt om afspraken te onthouden, dat je sneller boos of verdrietig wordt, of dat het onmogelijk lijkt om keuzes te maken. Dit is een hele normale reactie op een abnormale situatie. Je brein is bezig met overleven in een situatie van verlies, en dat kost veel energie.


Fysieke klachten als gevolg van rouw

Ook fysiek kun je door rouw een flinke klap krijgen. Door de mentale belasting van rouw blijft er minder energie over voor je lichaam. Vermoeidheid is dan ook een van de meest voorkomende klachten bij rouw. Het voelt alsof je constant uitgeput bent, zelfs na een goede nachtrust. Dit is je lichaam dat aangeeft dat je rust en tijd nodig hebt om te herstellen.

Naast vermoeidheid kan rouw ook voor andere fysieke klachten zorgen. Omdat het lichaam constant in een staat van verhoogde spanning verkeert, kunnen spierpijn, hoofdpijn en gewrichtspijn ontstaan. Stress en emoties kunnen zich vastzetten in de spieren, vooral in de nek, schouders en rug, wat leidt tot chronische pijnklachten. 

Ook maag- en darmproblemen komen vaak voor, zoals indigestie, misselijkheid of een verstoorde eetlust. Het spijsverteringssysteem reageert sterk op langdurige emotionele stress, wat kan resulteren in klachten zoals een opgeblazen gevoel, constipatie of diarree. Daarnaast kan uitgestelde rouw het immuunsysteem verzwakken, waardoor je vatbaarder wordt voor ziekten en sneller ziek kunt worden. 


Geef ruimte aan rouw

Het is belangrijk om bovenstaande fysieke  en mentale signalen serieus te nemen en te beseffen dat ze vaak een direct gevolg zijn van geen ruimte geven aan de rouw.

Wist je dat uitgestelde rouw een belangrijke oorzaak is van burn-out? Onverwerkte emoties blijven in ons systeem hangen en komen vaak later, ongevraagd, naar boven.  Dit maakt pijnlijk duidelijk hoe belangrijk het is om ruimte te geven aan rouw, hoe moeilijk dat ook kan zijn. Gun jezelf dus toestemming om te rouwen!


Jij hebt de regie

Als je rouwt, heb je zelf de regie over het rouwproces. Niemand anders kan bepalen hoe je moet rouwen en hoe lang dat mag duren. Jouw unieke pad van rouw kent geen vaste tijd of regels. Je hoeft je dus niet te schamen of schuldig te voelen, ook niet als je niet begrepen wordt. Het helpt enorm als je omgeving dit wél begrijpt. Dan kunnen ze je ondersteunen op een manier die aansluit bij wat jij nodig hebt, zonder oordeel of goedbedoelde adviezen.

Daarnaast is het belangrijk om steunpilaren te hebben: mensen of hulpmiddelen die de rouwende bijstaan, zoals lotgenoten, een rouwcoach, of een vertrouwde vriend.


Hoe kun je vooruit?


Erken dat rouw tijd nodig heeft. Luister naar je lichaam en geest, en wees mild voor jezelf. Rouw is geen rechte lijn. Het is een proces van vallen en opstaan, van voelen en helen. Door tijd te maken voor rouw, ruimte te geven aan je emoties en steun te zoeken waar nodig, kun je stap voor stap leren leven met je verlies.

Rouwen is een van de moeilijkste processen die we als mens kunnen doorlopen. Het voelt soms als een gevecht: tegen de pijn, de emoties en de onvermijdelijke leegte die het verlies achterlaat. Maar wat gebeurt er als je stopt met vechten en jezelf toestemming geeft om te rouwen? Wanneer je ruimte maakt voor wat je voelt, in plaats van het weg te duwen? 

Vechten tegen rouw 

Na een verlies willen we vaak controle houden. In de chaos aan emoties proberen we door te gaan en sterk te zijn. Emoties proberen we zoveel mogelijk te onderdrukken in de hoop dat het verdriet vanzelf weggaat. Maar rouw werkt niet zo. Het is geen proces dat je kunt overslaan of vermijden. Hoe harder je ertegen vecht, hoe zwaarder het voelt. De emoties stapelen zich op en zoeken uiteindelijk toch een uitweg, vaak op onverwachte momenten. 

Geef jezelf toestemming om te voelen

Wat gebeurt er als je jezelf toestemming geeft om te rouwen? Als je stopt met het onderdrukken van je verdriet en ruimte maakt voor wat er is? Rouw bestaat uit veel verschillende emoties: verdriet, boosheid, schuld, angst, en soms zelfs opluchting. Dat kan verwarrend zijn. Maar juist door die emoties toe te laten, geef je jezelf de kans om te helen.  

Toestemming geven betekent niet dat het verdriet opeens verdwijnt. Het betekent dat je het accepteert als onderdeel van je leven. Het betekent dat je mag huilen, dat je boos mag zijn, en dat je het even niet hoeft te weten. Je mag voelen wat je voelt, zonder oordeel. 

Ruimte voor emoties

Misschien denk je dat door je verdriet toe te laten, het alleen maar erger wordt. Maar het tegenovergestelde is vaak waar. Als je je emoties de ruimte geeft, zul je merken dat ze na verloop van tijd milder worden. Het verdriet wordt zachter, de scherpe randjes vervagen, en er ontstaat langzaam ruimte voor andere gevoelens: liefdevolle herinneringen, momenten van rust en soms zelfs dankbaarheid voor wat er was.

Stop met vechten

Rouwen en huilen zijn geen tekenen van zwakte. Het zijn juist een tekenen van moed. Het betekent dat je de realiteit onder ogen durft te zien, hoe pijnlijk die ook is. Door te stoppen met vechten tegen je emoties, geef je jezelf de kans om verder te komen. Je hoeft het niet alleen te doen en je hoeft ook niet alles in één keer te verwerken. Stap voor stap mag je voelen, helen en weer ademhalen.  

Mag jij van jezelf rouwen?