Doodgaan door de ogen van een 10-jarige jongen

Een jongen van tien jaar is al zijn hele leven ziek. Hij verbaast alle doktoren en mensen om hem heen. Het is een prachtige jongen vol levenslust en plezier. Hij ziet in alles het positieve ondanks zijn pijn en dagelijkse kwelling van prikken, beperkingen, zorg en 24-uurs infuustherapie. De laatste tijd neemt zijn gezondheid af. Hij heeft steeds meer pijn en er ontstaan spontaan bloedingen in zijn hoofd. De artsen zouden willen weten hoe hij tegen de dood aankijkt.

Ik begeleid deze jongen al tien jaar als verpleegkundige, de laatste twee jaar ook als verliesbegeleider. Ik ondersteun hem om zijn angsten en emotie te begrijpen zodat ze hem niet in de weg zitten in zijn ziekteproces. Hij weet dat ik kom om over de dood te praten.

‘poptalk’

Bij binnenkomst geeft hij duidelijk en luid aan geen zin te hebben om te praten. Wanneer hij mij bakken ziet neerzetten komt hij nieuwsgierig aanrollen in zijn rolstoel. Wat heb je daar? Vraagt hij. Ik zeg “Ik hoorde dat je geen zin hebt om te praten, dat snap ik helemaal. Praten is stom. Daarom heb ik ‘poptalk’ meegenomen.” Nieuwsgierig kijkt hij in de bak met poppetjes en onderdelen. Heel rustig beginnen we met de poppetjes te spelen, hij kiest een poppetje voor zichzelf, zijn ouders en de dokters.

Ik volg hem in zijn spel, vraag af en toe iets, maar laat hem leiden. Ik vraag of hij weet dat hij doodgaat. Dat weet hij: “Dat hebben papa en mama mij verteld. Maar wanneer ik doodga weet niemand. Soms wil ik wel dood, omdat het echt stom is, alle behandelingen en prikken en de pijn”, zegt hij. Ik vraag of hij mij kan laten zien wat er gebeurt als het poppetje van hem doodgaat. Hij laat met een traan en een lach zien waar hij bang voor is en spreekt zijn zorgen uit.

Pure beleving

Met de poppetjes onderzoeken we wat hij nodig heeft, wat fijn is en wat niet. Hij gaat volledig zijn gang en voert de regie. Soms is het stil, huilt hij en schuift met de verschillende poppetjes op tafel. “Zo,” zegt hij, “dat is het, nu weet ik wat er gebeurt! Ik kom in de hemel en kan mijn familie altijd zien en in hun hart ben ik bij hen!” Een diepe zucht volgt.

In mijn ogen voel ik de tranen branden. Wat is dit bijzonder en waardevol voor zowel hem als mij. De puurheid en openheid waarmee hij de dood en het doodgaan visueel maakt is zo mooi en niet in woorden te omschrijven. Geen oordeel, geen veroordeling maar de pure beleving op zijn manier, op zijn tempo als tienjarige jongen en ik mocht daarbij zijn als verliesbegeleider. Dankbaar en ontroerd.