Tag Archief van: rouwproces kinderen


In een gezin waarin een groot verlies heeft plaatsgevonden, of waar langdurige ziekte een gezinslid treft, verschuift de aandacht vaak vanzelfsprekend naar degene die het meest zichtbaar lijdt. Dat kan een ouder zijn die ernstig ziek is, een broer of zus die intensieve zorg nodig heeft, of het verdriet van een ander gezinslid dat alles overschaduwt. En dan is daar soms dat ene kind: stil, behulpzaam, rustig. Het kind dat zich aanpast, dat geen extra aandacht vraagt. Het ‘vergeten’ kind.


Onzichtbaar worden om te ontzorgen


“Vergeten” kinderen voelen haarfijn aan dat hun ouders of verzorgers overvraagd zijn. Ze besluiten vaak onbewust dat ze geen extra “last” willen zijn. Ze houden hun gevoelens binnen, stellen weinig eisen, doen extra hun best op school of in het huishouden. Van buitenaf lijkt het alsof ze het goed doen, alsof ze juist krachtig en zelfstandig zijn. Maar onder die aanpassing zit vaak een diep verlangen naar gezien en gehoord worden.


Rouwen in stilte


Net als andere gezinsleden maken deze kinderen ook hun eigen rouwproces door. Alleen gebeurt dat vaak in stilte, zonder ruimte voor hun eigen emoties. Ze willen hun ouders niet belasten met nog meer verdriet. Daardoor missen ze niet alleen de erkenning van hun gevoelens, maar ook de steun die ze zo hard nodig hebben om te kunnen verwerken wat er speelt.


De lange schaduw van onzichtbaarheid


Als een kind langdurig leert dat zijn of haar gevoelens minder belangrijk zijn dan die van anderen, kan dat een diepe indruk achterlaten. Het ontwikkelen van een identiteit, zelfvertrouwen en het vermogen om later gezonde relaties aan te gaan, kan daardoor verstoord raken. Het risico bestaat dat deze kinderen zichzelf blijven wegcijferen, ook in volwassen relaties.


Hoe kun je het vergeten kind wél zien?


Het begint met opmerkzaamheid. Zie je een kind dat nooit klaagt, altijd meewerkt, en nooit iets voor zichzelf lijkt te willen? Vraag je dan af: wat zit daaronder? Nodig het kind uit om te delen hoe het zich voelt, ook al lijkt het ogenschijnlijk rustig. Geef ruimte aan emoties, zonder oordeel of haast om het op te lossen.


Plan een-op-een momenten in, hoe klein ook. Laat merken dat je het kind ziet, hoort en waardeert. Benoem dat het zwaar kan zijn om in de schaduw van verdriet of ziekte te staan. Door erkenning te geven, door nabij te zijn, geef je het kind iets terug dat van levensbelang is: het gevoel dat het er echt toe doet.


Rouw is een onderwerp dat we vaak liever uit de weg gaan, zeker binnen het onderwijs. Toch krijgen vrijwel alle scholen vroeg of laat te maken met een leerling die rouwt. Of het nu gaat om het verlies van een ouder, een grootouder, een broertje of zusje, of zelfs een klasgenoot – de impact is groot. Veel scholen proberen hierop voorbereid te zijn door een cursus of training te volgen, maar rouw laat zich niet vangen in een standaard protocol. Met alleen een cursus kom je er niet. Rouw draat een leerling zijn hele schoolcarrière mee en wanneer er bij een andere leerling of leerkracht iets gelijks voordoet wordt de rouw weer extra aangeraakt.


Rouw is geen vast stappenplan


Een cursus over rouw biedt waardevolle handvatten, maar rouw is voor iedereen anders. Elk kind rouwt op zijn eigen manier en tempo. Sommigen zoeken afleiding, anderen trekken zich terug. Er is geen standaardreactie, en dat maakt het lastig voor scholen om precies te weten hoe ze moeten handelen. Een vaste aanpak werkt niet. Wat wél werkt, is een open en flexibele houding waarin ruimte is voor het individuele proces van een leerling. Niet alleen wanneer de rouw actueel is maar ook wanneer het goed gaat met de leerling.


De rol van de school


Scholen spelen een belangrijke rol in de ondersteuning van rouwende leerlingen.Een veilige omgeving, begripvolle leerkrachten en een cultuur waar gevoelens besproken mogen worden zijn enorm waardevol in het rouwproces. Om zich daar goed op voor te bereiden, hebben scholen en leerkrachten meer nodig dan enkel theoretische kennis. Het vraagt om bewustzijn, empathie en vooral de bereidheid om het gesprek aan te gaan – keer op keer, ook lang nadat de eerste schok voorbij is. Ook midden in een rekenles of taalles als de rouw zomaar ineens naar boven komt, dan kan je het niet parkeren en eerst de rekenles willen afmaken.


Hoe kan een school écht helpen?

– Luisteren zonder te willen oplossen: Rouw is geen probleem dat gefikst kan worden, maar een proces dat erkend wil worden met name op de momenten dat het eigenlijk niet uitkomt (in de reken of taalles bijv)

– Ruimte geven aan emoties: Een kind mag verdrietig zijn, boos, afgeleid of zelfs lachen tussendoor – alles is normaal.

– Blijven checken: Niet alleen in de eerste weken, maar ook na maanden of zelfs jaren nog vragen hoe het gaat en stilstaan dat bij elk nieuwe verlies het oude weer getriggerd kan worden.

– Een rouwvriendelijke schoolcultuur creëren: Waar verlies bespreekbaar is en kinderen zich gesteund voelen door zowel leerkrachten als klasgenoten. Waar kinderen leren over emoties en hoe je deze kan reguleren.


Een doorlopende inspanning


Een cursus kan een mooie basis zijn, maar het belangrijkste is wat er daarna gebeurt. Rouwondersteuning vraagt om een voortdurende inspanning en een cultuur waarin verlies en verdriet niet weggestopt worden, maar er mogen zijn. Pas dan kan een school een echte steunpilaar zijn voor rouwende kinderen.


De dood is een onderwerp waar we vaak liever niet aan denken. Toch is het een onlosmakelijk deel van ons leven. Zodra we geboren worden, weten we dat de dood uiteindelijk zal komen. Waarom voelt het dan zo ongemakkelijk om erover te praten? Zeker met kinderen, die met een natuurlijke nieuwsgierigheid vragen stellen over wat de dood betekent. In deze blog ontdek je hoe je op een open, simpele en soms luchtige manier met je kinderen over de dood kunt praten.
De nieuwsgierigheid van een kind

De nieuwsgierigheid van een kind


Waar volwassenen de dood vaak associëren met verdriet en verlies, zien kinderen het eerder als een raadsel. Ze stellen vragen als: “Wat gebeurt er als je doodgaat?” of “Doet doodgaan pijn?” Deze nieuwsgierigheid biedt een prachtige kans om eerlijk en open te praten. Door antwoorden simpel te houden en kinderen ruimte te geven voor hun eigen ideeën, help je hen begrijpen dat de dood erbij hoort.

Breek het ijs met een grapje


Het bespreken van de dood hoeft niet zwaar te zijn. Humor kan juist heel krachtig zijn. Stel, je kind zegt: “Misschien word ik een sterretje als ik doodga.” Dan kun je daar luchtig op reageren met: “Hopelijk ga je niet te fel schijnen, anders kan ik niet slapen.” Humor haalt de spanning weg en maakt ruimte voor verbondenheid.

Gebruik momenten uit het dagelijks leven


Het bespreken van de dood hoeft niet ingewikkeld of groot te zijn. Gebruik dagelijkse situaties als aanleiding. Vind je een dood vogeltje in de tuin? Vraag je kind wat het denkt dat er gebeurd is en maak er een klein ritueel van, zoals het begraven van het vogeltje en het planten van een bloemetje. Zulke momenten helpen kinderen begrijpen dat afscheid nemen normaal is en een ruimte en aandacht mag krijgen.

Hulpmiddelen: boeken en films


Er zijn tal van kinderboeken en films die helpen om het gesprek op gang te brengen. Denk aan Coco, Bambi of De Leeuwenkoning. Ook boeken zoals Wat als verdriet op bezoek komt of Toverdruppels bieden laagdrempelige manieren om emoties bespreekbaar te maken.

Een waardevolle levensles

Door de dood bespreekbaar te maken, geef je je kinderen een belangrijke les: leven en dood horen bij elkaar. Laat vragen toe, omarm stiltes, wees eerlijk en durf humor in te zetten. Zo geef je je kind niet alleen antwoorden, maar ook een gevoel van verbondenheid en begrip.

Benieuwd naar meer tips en inspiratie over dit onderwerp? Luister dan naar mijn podcast aflevering ‘Doodnormaal’ waarin ik dieper in ga op hoe je de dood een natuurlijke plek kunt geven in je gezinsleven.

Een van de meest uitdagende aspecten van het ouderschap is het omgaan met de moeilijke vragen die kinderen stellen. Een vraag die vaak naar voren komt en die ons als ouders soms met een brok in de keel achterlaat, is: “Doet doodgaan pijn?” Het beantwoorden van deze vraag kan een emotionele achtbaan zijn, maar het is belangrijk om eerlijk en begripvol te zijn terwijl we onze kinderen helpen een beter begrip van de dood te ontwikkelen.

Wees eerlijk, maar eenvoudig

Kinderen hebben recht op eerlijke antwoorden, maar ze hebben ook behoefte aan informatie die past bij hun leeftijd en begripsniveau. Gebruik eenvoudige bewoordingen en vermijd te veel details die ze mogelijk niet kunnen begrijpen.

Wat is pijn?

Voordat we de vraag beantwoorden, is het nuttig om het concept van pijn uit te leggen aan onze kinderen. We kunnen voorbeelden gebruiken van kleine pijntjes die ze hebben ervaren, zoals het stoten van hun teen of het hebben van een kiespijn. Leg uit dat wanneer mensen doodgaan, hun lichaam stopt met werken. Hierdoor voelen ze geen pijn meer. Leg uit dat als iemand ziek of gewond is voordat ze sterven, ze misschien wel pijn hebben gehad voordat ze overleden zijn, maar dat ze zich nu niet meer ongemakkelijk voelen.

Alle emoties mogen er zijn

Herinner je kind eraan dat het normaal is om verdrietig te zijn als we afscheid moeten nemen van iemand van wie we houden. Moedig hen aan om hun gevoelens te uiten en laat hen weten dat ze altijd met jou kunnen praten als ze vragen hebben of zich verdrietig voelen. Ook jij als ouder mag emoties laten zien. Zo leer je je kinderen dat ze deze niet weg hoeven te stoppen. Als je daarbij ook kunt laten zien of benoemen hoe jij jezelf weer reguleert en kalmeert, kunnen ze daar ook weer van leren.

Geef je kinderen, na het beantwoorden van de vraag, tijd en ruimte om meer vragen te stellen als ze die hebben. Het kan zijn dat ze later nog vragen hebben naarmate ze meer over het onderwerp nadenken, dus wees geduldig en begripvol.

Vind de weg in het land van rouw

Het beantwoorden van vragen over de dood kan voor ons als ouders net zo moeilijk zijn als voor onze kinderen om ze te stellen. Maar door eerlijkheid, begrip en openheid te tonen, kunnen we onze kinderen helpen deze moeilijke concepten te begrijpen en hen troost bieden in tijden van verdriet. Is rouw een heel actueel onderwerp in jullie gezin en kom je er samen even niet uit? Dan is het ook helemaal ok om hulp te vragen. Dat kan in je sociale netwerk zijn of bij een professional. Als rouw- en verliesbegeleider loop ik graag een tijdje met jullie mee om de weg te vinden in het land van rouw. Heb je daar behoefte aan? Neem dan vrijblijvend contact op om te kijken wat ik voor jullie kan betekenen.

Wie nog nooit van dichtbij een verlies heeft meegemaakt, kan vaak maar moeilijk omgaan met het verlies van een ander. Tuurlijk, in het begin is iedereen er als de kippen bij. Er worden schoonmaakafspraken en kookroosters gemaakt, kaartjes gestuurd, bezoekjes gepland. Alles om er voor de overgebleven partner en zijn/haar kinderen te zijn. Er is volop begrip voor alle emoties en niets is te gek. Maar naarmate de tijd verstrijkt, ebt deze situatie weg. De wereld van je omgeving draait door, terwijl jouw wereld stil staat. Langzaamaan raak je steeds verder bij elkaar vandaan.

Het harde oordeel van de maatschappij

Beïnvloed door gemis en verdriet, maak je als overgebleven partner keuzes. En daar heeft iedereen een mening over. In een maatschappij waarin we vooral worden gemaand om door te gaan, is vaak maar weinig plaats voor emotie en gevoel. “Ben je er nu nog niet overheen?”, “het is tijd om het leven weer te omarmen” en “gelukkig heb je de kinderen nog”. Opmerkingen die vast heel goed bedoeld zijn, maar die enorm pijnlijk kunnen zijn.

Maaike komt thuis van het boodschappen doen en gooit de deur hard in het slot. Ze hoort het de cassière nog zeggen: “Gelukkig heb je de kinderen nog”. De ongetwijfeld goede bedoelingen van de vrouw vallen in het niet bij de pijn en het verdriet die deze opmerking naar boven heeft gebracht. “Gelukkig heb ik de kinderen nog. Ja natuurlijk ben ik daar dankbaar voor”, denkt Maaike. “Maar mag ik dan mijn man niet missen? Mijn partner, mijn beste vriend, mijn soulmate? Zorgt het bestaan van mijn kinderen ervoor dat ik niet verdrietig mag zijn? Kunnen dankbaarheid en gemis niet naast elkaar bestaan?” Terwijl ze op de bank ploft duizelen al deze vragen door haar hoofd. De opmerking van de caissière heeft haar diep geraakt en de tranen stromen over haar gezicht. Als de kinderen thuiskomen uit school geeft ze ze een extra dikke knuffel. Ze is blij ze weer te zien en vast te kunnen houden. Maar liever, veel liever, had ze gewild dat haar kinderen in een compleet gezin opgroeiden. En dat zij het leven nog jaren had kunnen delen met haar geliefde partner.

Kies je eigen weg

Natuurlijk kunnen we er van uit gaan dat de omgeving alle adviezen goed bedoeld. Ze hebben het beste met je voor! Maar dat maakt het niet persé makkelijk. Als je omgeving gevuld is met mensen die geen idee hebben waar jij doorheen gaat, kun je je behoorlijk eenzaam voelen. Dan kan het helpen op zoek te gaan naar mensen die je wel begrijpen, die weten hoe het is. Dan heb je soms aan een half woord al genoeg. Je mag kiezen voor mensen waar je energie van krijgt. Voor mensen die je kunnen helpen en die zonder oordeel naar je luisteren. Bondgenoten die net als jij hun partner zijn verloren en/of alleen door het leven gaan, begrijpen als de beste waar jij doorheen gaat. Betekent dat dat je al je andere vriendschappen moet laten zitten? Nee. Maar voor nu kunnen ze wel op een wat wat lager pitje. Dan kun je later misschien weer oppakken.

Rouw- en verliesbegeleiding voor het hele gezin

Je partner verliezen is een ingrijpende gebeurtenis. Als je als jonge weduwe alleen met de kinderen achterblijft, heb je te maken met je eigen verdriet, maar ook met dat van de kinderen. Daar kun je soms best wat hulp bij gebruiken. Ik kijk graag mee naar jullie situatie. Samen kunnen we bekijken wat jullie gezin nodig heeft en welke vorm van rouwbegeleiding daar het beste bij past. Heb je vragen of wil je kennis maken? Neem dan contact op.

In de hulpverlening wordt vaak gesproken over het bewaren van ‘professionele afstand’. Een term die ervoor moet zorgen dat je als hulpverlener niet emotioneel verstrengeld raakt met de cliënt. Het is bedoeld om je te helpen je grenzen te bewaken, om duidelijkheid te scheppen. Maar is het wel écht duidelijk? Of is er ook nog een grijs gebied? En wat nou als betrokkenheid en verbinding juist de sleutels zijn om de cliënt verder te helpen?

Wel professioneel, geen afstand

Voor mij als rouw-en verliesbegeleider werkt het niet, die professionele afstand. Meer dan eens bevond ik mij in een situatie waarin die afstand vooral zorgde voor boosheid en frustratie, in plaats van doorbraak en groei. Een gemiste kans dus, als je daarin als zorgverlener op het principe van professionele afstand blijft staan. En er is een alternatief: professionele nabijheid. Net zo professioneel, maar met een andere insteek. Het is een benadering die ruimte biedt voor verbinding. Door in te zetten op oprecht contact en echte verbinding, kun je vanuit veiligheid en duidelijkheid veel meer bereiken in de begeleiding. En laat dat nu juist het doel zijn!

Professionele nabijheid in de praktijk

Ik begeleide eens een meisje dat veel heeft meegemaakt op het gebied van afwijzing. Afstand en psychische problemen zorgden ervoor dat haar ouders in haar jonge jaren niet altijd emotioneel beschikbaar waren. Trauma’s verwerken door op ‘professionele afstand’ met haar te communiceren, zou ons in deze situatie geen steek verder brengen. Haar onbegrensde gedrag en boosheid lieten wél duidelijk zien dat er qua begeleiding werk aan de winkel was. Maar om echt stappen te kunnen zetten, moest ik eerst dichterbij zien te komen.

Vanuit professionele nabijheid koos ik er steeds weer voor om haar (en mijzelf) de ruimte te geven om eerst te verbinden. Had ik haast of zat ik met mijn gedachten nog bij een andere casus? Dan had het werken aan opdrachten geen enkele zin. Was ik kalm en gaf ik oprechte aandacht? Dan kon ik grenzen stellen, haar sturen in gedrag en écht verder komen in het verwerken van haar trauma’s. 

Focus op commitment

De focus op commitment is in begeleiding zo belangrijk. En professionele nabijheid zegt daarbij zoveel meer dan professionele afstand. Natuurlijk hoef je daarbij als hulpverlener niet al je geheimen en emoties bloot te geven. Je hoeft een cliënt niet binnen te laten in je privéleven of je hele hebben en houwen met hem of haar te delen. Maar het is goed je ervan bewust te zijn dat een relatie altijd tweerichtingsverkeer is. Daarin heb jij de cliënt nodig, maar de cliënt jou ook. Door de verbinding aan te gaan, de cliënt te zien en ruimte te geven, open je de weg naar vooruitgang. Niet van een afstandje, maar van heel dichtbij. Zodat je samen, vol vertrouwen, aan de slag kunt met het verwerken van rouw en verlies.

Helaas krijgen jaarlijks ongeveer zesduizend minderjarige kinderen te maken met het overlijden van een ouder, volgens het CBS. In sommige gevallen gaat het om een zeer plotseling sterfgeval, soms is het na een lang ziekbed. Nagenoeg altijd is het enorm verdrietig en pijnlijk voor de betrokkenen. Zeker kinderen kunnen veel moeite hebben om met het verlies om te gaan.

Gevoel van onveiligheid

Afhankelijk van de leeftijd van het kind, kan het te maken krijgen met verschillende klachten of problemen omtrent rouw. Zo kunnen kinderen last hebben van een gevoel van onveiligheid: de veilige haven die de ouders boden is aan het wankelen gebracht. Vaak geldt dat er pas ruimte is voor rouw wanneer ze zich weer veilig voelen. Daardoor komt het vaak voor dat pas na verloop van tijd gedragsveranderingen of klachten merkbaar zijn.

Verschillende klachten

Bij peuters en kleuters is met name de factor begrip van belang. Dood en ‘nooit meer’ zijn voor hen vaak te abstract om te begrijpen. Veel openheid en eerlijkheid helpt hen bij verwerking. Voor kinderen tot tien jaar geldt dat zij verbanden kunnen gaan leggen. Gebeurtenissen betrekken ze op zichzelf, maar willen tegelijkertijd ‘gewoon’ zijn. Terugtrekken ligt hierdoor op de loer. Rust, veiligheid en transparantie zijn hierbij belangrijk.

Emotioneel weerbarstige tijd

Kinderen die in de (pre)puberteit komen willen onafhankelijker worden, maar hebben ook nog veel behoefte aan aandacht en ondersteuning. Ook tijdens rouw ervaren zij vaak deze tweesplitsing: wel getroost willen worden, maar niet als klein of zwak worden gezien. Dit kan zich uiten in boosheid, opvliegendheid en opgekropt verdriet. Nog wat oudere kinderen, van ongeveer dertien tot achttien jaar, bevinden zich vaak al in een emotioneel weerbarstige tijd. Die emotionele ontwikkeling in combinatie met rouw is vaak enorm ingewikkeld.

Grote klap

Een voorbeeld is de situatie waar Mia van 14 zich in bevond. Haar vader overleed na een hevig maar kortstondig ziekbed. Dat overlijden kwam als een grote klap. Ze veranderde van een spontaan, sociaal meisje naar een teruggetrokken en vaak boos kind. Haar moeder had daar best begrip voor, het was een uitzonderlijk moeilijke periode voor hen allebei. Er was nauwelijks tijd geweest om te beseffen wat er allemaal was gebeurd.

Bijzonder verwarrend

Voor Mia was deze fase bovendien bijzonder verwarrend. Ze ging naar de middelbare school en had daardoor net het gevoel meer op eigen benen te gaan staan. Maar door het gemis van haar vader merkte ze tegelijkertijd hoezeer ze nog haar ouders nodig had. Daarbij viel het zichtbare verdriet van haar moeder erg zwaar: ze had het gevoel sterk te moeten zijn voor haar overgebleven ouder. De combinatie van dit soort verwarrende emoties maakten haar onmachtig, en boosheid was het gevolg.

Er samen weer uitkomen

Rouw- en verliesbegeleiding kan kinderen van verschillende leeftijden helpen het verdriet een plekje te geven. Dat voelt voor sommige ouders misschien gek: waarom kan een vreemde dat wel, en ik niet? Maar juist de onafhankelijkheid van een ‘buitenstaander’ kan vaak veilig voelen. Door open en eerlijk te kunnen zijn over emoties die het kind liever niet bij de ouders neerlegt, kan er weer wat rust terugkeren. Zodat daarna weer ruimte ontstaan om er samen uit te komen.

Ouders – https://dekinderhoeksteen.nl/wat-als-papa-of-mama-ziek-wordt/

kinderen tot tien – https://dekinderhoeksteen.nl/stimuleer-de-veerkracht-van-jouw-kind/

Rouw- en verliesbegeleiding – https://dekinderhoeksteen.nl/even-voorstellen/

Het boek ‘Achtstegroepers huilen niet’ bleek akelig van toepassing op de situatie van de elfjarige Chantal. Het zou hét jaar worden van de CITO-toets, de eindmusical, allerlei afscheidsfeestjes en het uitkiezen van een middelbare school. Een spannend jaar, dat Chantal intens beleefde met haar klasgenootjes Rachida en Marlous. Totdat Marlous drie maanden vóór het eind van het schooljaar ernstig ziek werd, en binnen korte tijd overleed aan de gevolgen van haar plotselinge ziekte. Chantal pakte haar leven zo goed mogelijk op, en sloeg zich schijnbaar moeiteloos door alle CITO-opgaven en andere uitdagingen heen. Maar net toen ze een half jaar in de brugklas zat, liep ze ineens vast. Toen ze in een weekend met haar ouders in de auto op weg was naar opa en oma, kwam er uit de radio ineens een liedje dat op de afscheidsdienst van Marlous werd gedraaid. En toen kwamen de tranen, die overgingen in voortdurende huilbuien en terugtrekgedrag.

Chaos van emoties

Chantal kwam de eerste keer bij me samen met haar ouders. Hoewel haar ouders graag wilden dat zij ging praten over wat haar zo bezighield, had Chantal daar in de eerste instantie minder behoefte aan. Toch spraken we af om een tijdje met zijn tweeën aan de slag te gaan. Het was mijn doel om meer rust en orde in de chaos van emoties te brengen. Tijdens de sessies merkte ik dat Chantal haar proces van rouw onbewust had uitgesteld. Er kwam immers van alles op haar af in de periode dat haar klasgenootje overleed. In die tijd moest Chantal zich buigen over lastige toetsen en het uitkiezen van een nieuwe school. Daarna moest ze wennen aan de brugklas en alles wat daarbij kwam kijken. Ook bleek dat ze het lastig vond om zichzelf toe te staan om te huilen. Dit was volgens haar iets wat alleen voor jonge kinderen was. Aan het eind van ons laatste gesprek had ze zichtbaar meer rust over zich, en zei ze iets waar ik het roerend mee eens was: ‘Ook als je in groep acht of in de brugklas zit, mag je best huilen.’

Hoe kun je kinderen steunen in het rouwproces?

Voor volwassenen is het praten over de dood erg lastig. Met kinderen hierover spreken is als het even kan nog zwaarder. De jonge kinderen hebben nog geen begrip van de dood. Als ouders is het belangrijk om dan woorden te geven aan de emoties die de kinderen laten zien en waar mogelijk uitleg te geven over wat het de dood en doodgaan betekent. De wat oudere kinderen hebben een beter begrip van de dood. Hun kun je het beste duidelijk uitleggen wat er precies gebeurd is. Om je kind te steunen, is het belangrijkste dat je hem of haar het gevoel geeft dat het niet alleen is. Zorg voor een warme omgeving, waarin je kind over zijn gevoelens mag praten. Je hoeft je kind niet te vragen naar zijn gevoelens, maar geef vooral de ruimte dat ze er mogen zijn en benoem wat je ziet en check of het klopt met wat je kind echt voelt. Wij als ouders vullen dat vaak in. Als ouder mag je overigens ook best laten zien dat je er zelf ook verdriet van hebt.

Vastlopen in het rouwproces

Er staat geen houdbaarheidsdatum op het rouwproces. Zo kan het zijn dat het verdriet de achterblijvers maanden of zelfs jaren later overvalt, en dat er dan ineens tranen komen. Andere kinderen huilen helemaal niet, maar laten op andere manieren merken dat zij hun verdriet aan het verwerken zijn. Voor rouwen bestaat geen juiste manier: elk kind gaat hier anders mee om. Heb je echter het idee dat je kind vastloopt bij het verwerken van zijn gevoelens? Is het bijvoorbeeld een lange tijd veel stiller dan anders en trekt het zich terug? Of gaat het minder op school? Dan kan ik als rouw- en verliesbegeleider je kind een stap in de goede richting helpen.

‘Dat ga ik niet doen hoor’

Op een speelse, liefdevolle en begripvolle manier zoek ik samen met je kind naar de mogelijke oplossingen. Hierbij maak ik gebruik van creatieve middelen zoals fotokaarten en mindmaps. Het praten over beelden biedt een veilig gevoel, waardoor het komen tot de kern en het vinden van een oplossing vaak gemakkelijker is. Via een ‘omweg’ lukt het vaak om de situatie, gevoelens en gedachten met het kind te bespreken. Tieners laten vooral in het begin nog weleens weten dat zij de begeleiding eigenlijk maar ‘onzin’ vinden. ‘Dat ga ik niet doen’ of ‘Stom’, hoor ik dan. Zij zijn dan meegenomen door hun ouders. Ik spreek dan met de kinderen af dat ze in elk geval twee sessies komen. Zo kan er toch worden kennisgemaakt, en kunnen ze na die tijd beslissen of ze ermee door willen of niet. Ik ga heel gelijkwaardig met de kinderen om. Wanneer er een aantal sessies achter de rug zijn, vraag ik wat ze er tot dan toe van vinden en of ze het gevoel hebben dat ze er iets aan hebben. Vaak geven kinderen aan dat zij dankzij de coaching meer rust hebben gevonden. Zelf merk ik dat zij als het ware als een oester zijn opengetrokken, en opener praten over wat er in hen omgaat.

De kracht

Mijn missie als erkend rouw- en verliesbegeleider? Kinderen en gezinnen een stap in de goede richting te helpen, zodat zij op hun eigen manier leren omgaan met hun verlies en verdriet. Uit eigen ervaring weet ik hoe een ingrijpende gebeurtenis je diep van binnen kan raken. Maar ik weet ook dat de kracht om door te gaan, bij welk probleem dan ook, in je zit. Ik heb De Kinderhoeksteen opgezet om kinderen én hun ouders of verzorgers te helpen om deze kracht te benutten, en hen te begeleiden in het proces van rouw en verlies. Daarnaast maak ik op aanvraag zorgknuffels. Deze kunnen een troost bieden en bijdragen aan het vormen van herinneringen.

Begeleiding –

Het zien van de dood vanuit de ogen van een tienjarig jongetje is en blijft een ontroerende ervaring voor mij. Na een lange strijd en uitputting gaven de artsen aan dat niet alle behandelingen meer mogelijk waren, waardoor het einde in zicht kwam. Wat ben ik dankbaar dat ik als verliesbegeleider zijn emoties en angsten met hem in beeld kan brengen, zodat ze niet in de weg gaan zitten in de tijd die hij nog heeft in het leven.

Verlies

hIn dit artikel vertelde ik over deze tienjarige jongen. Als verliesbegeleider maak ik ook vaak de andere kant mee: hele jonge kinderen die iemand verliezen of hebben verloren die belangrijk voor hen was. Dit was bijvoorbeeld het geval bij Nilo, een ontzettend lief jongetje van zeven jaar oud. Sinds het overlijden van zijn beste vriendje Sjoerd, was de doorgaans vrolijke en open Nilo een stuk stiller dan anders. Hij had weinig zin om te spelen en ging na school meteen naar zijn kamer, om daar alleen te zijn. Als zijn ouders zijn overleden vriend ter sprake brachten, dan reageerde Nilo niet. Zijn ouders hadden het een tijdje aan gekeken. Maar toen Nilo na een maand nog steeds zo teruggetrokken en stil was, hadden ze mij benaderd.

Poptalk

Nilo weet dat ik ben gestuurd door zijn ouders vanwege wat hij heeft meegemaakt. Op zijn gezicht is de opluchting af te lezen toen duidelijk werd dat ik niet kwam om met hem te praten. Bij binnenkomst had ik namelijk al meteen mijn bakken met Playmobil uitgestald. Na een aantal minuten wat aarzelend de ruimte te hebben rondgekeken, durfde hij naar de bak met Playmobilstukken te lopen. Eerst pakte hij een zandbak, met daarin verschillende schepjes en emmertjes. Ook heeft hij twee poppetjes in de zandbak gezet die kinderen moeten voorstellen. Eentje met een donkere huidskleur, eentje die blank is. Hij wees naar het blanke poppetje. ‘Die ene is Sjoerd, en die ander ben ik.’

Samen in de zandbak

Nilo vertelde dat Sjoerd en hij tijdens elke schoolpauze samen in de zandbak speelden. Met de poppetjes laat hij zien hoe hij de vriendschap beleefde, en hoe belangrijk die voor hem was. ‘En hoe is het nu met jou en Sjoerd?’ vraag ik dan voorzichtig. ‘Kun je dat ook laten zien? Het bruine poppetje zit bij de zandbak, het blanke poppetje mist. Ik vraag hem waarom hij daar alleen zit. Nilo is even stil. Dan klinkt het zacht: ‘Sjoerd moest in het ziekenhuis omdat hij ineens heel erg ziek werd. En toen… toen is hij niet meer teruggekomen.’ Er rolt een traan over zijn wang. Ook ik voel een brok in mijn keel. Ik vraag hem of hij een idee heeft waar Sjoerd nu is. Hij is weer even stil, en schudt dan zijn hoofd. Dat weet ik niet zo goed.’ Dan klinkt het vastbesloten: ‘Maar later zullen we weer samen zijn.’

Glimlach

In de volgende sessies zal ik verder gaan met de dankbare taak om Nilo verder te begeleiden in zijn proces van verdriet en rouw. Na deze eerste sessie heeft Nilo namelijk, met een glimlach op zijn gezicht, aangegeven dat ik nog een keer mag terugkomen. Hoeveel sessies er voor hem nodig zijn om alles een plekje te kunnen geven, en weer de ruimte te vinden om ook weer met andere kindjes te spelen, kan ik niet van tevoren zeggen. Ieder kind is uniek. Er is altijd een mogelijkheid voor een oplossing, en ik neem alle tijd om die, samen met het kind en jij als ouder, te vinden. En heel vaak is die oplossing dichterbij dan je denkt.

Uit eigen ervaring

Als geen ander weet ik hoe een ingrijpende gebeurtenis als het verliezen van een goede vriend je diep van binnen kan raken. Maar ik weet ook dat de kracht om door te gaan in je zit. Ik heb de Kinderhoeksteen opgericht om kinderen deze kracht te laten (her)ontdekken en te gebruiken. Het is mijn missie om het kind en het gezin een stapje in de goede richting te helpen. Zo leren zij allemaal, op hun eigen manier, om te gaan met de processen van rouw, verlies en verdriet.