Er kunnen allerlei redenen zijn waarom je een rouw- en verliesbegeleider hebt ingeschakeld. Het liep niet lekker in het gezin door een verlies, er is een dierbare komen te overlijden en je wist niet goed hoe daarmee om te gaan of er is sprake van langdurige ziekte. Extra hulp inschakelen is dan heel verstandig en vaak zeer helpend. Maar een traject met een rouw- en verliesbegeleider is slechts tijdelijk en erop gericht het na verloop van tijd weer zelf te kunnen. Hoe gaat het verder na de therapie?
Overlevingsstrategieën
Wanneer er iets heftigs gebeurt zoals de ziekte of het overlijden van een dierbare, hebben we als volwassenen allerlei overlevingsstrategieën die we kunnen inzetten. We storten ons op het werk, het huishouden, de kinderen – allemaal manieren om even niet geconfronteerd te hoeven worden met ons gevoel. Kinderen kunnen deze strategieën kopiëren, zodoende weerspiegelen ze vaak feilloos de onderliggende gevoelens die de ouder(s) probeert te onderdrukken. Om een traject bij de rouw- en verliesbegeleider succesvol af te ronden, dient de begeleiding op het hele gezinssysteem gericht te zijn, en is dus de betrokkenheid van het volledige gezin noodzakelijk.
Visueel inzichtelijk
Een traject wordt vaak opgestart vanuit de hulpvraag gericht op het kind. Als rouw- en verliesbegeleider bied ik ook een onafhankelijke en veilige plek om de gevoelens te uiten. Het kind hoeft dan niet last te hebben van een loyaliteitsconflict: ze willen vaak niet zeggen dat het bijvoorbeeld lastig is dat mama verdrietig is, want dan wordt mama nóg verdrietiger. Maar dit soort gevoelens spiegel ik ook terug naar de ouders, omdat deze wisselwerking erg belangrijk is. Hierbij gebruik ik graag POPtalk om visueel inzichtelijk te maken wat het kind voelt en ervaart vanuit zijn of haar belevingswereld. Veel ouders ervaren dat als erg verhelderend.
Samen stilstaan
Door te ontwarren welke factoren bij het kind spelen en welke factoren bij de ouders, helpt dat handvatten te ontwikkelen voor na de therapie. Maar ook adviseer ik ouders weer dingen als gezin te gaan doen. Het leven raast maar door, maar probeer eens vaker met elkaar stil te staan. Door momenten te hebben voor leuke activiteiten en momenten samen, ontstaat er ook ruimte om met elkaar bij een verlies of gevoel stil te staan en het te benoemen. Dat hoeft niet altijd lang te duren, maar door geregeld de tijd hiervoor te nemen leert het kind dat er mogelijkheden zijn voor gevoelens en toenadering tot elkaar.
Stapsgewijs afbouwen
Aan de hand van de therapie en dit soort adviezen, verbetert het gedrag van het kind vaak geleidelijk. Dan bouw ik de therapie stapsgewijs af. In het begin kom ik wekelijks of tweewekelijks, afhankelijk van hoeveel het kind aankan. Vervolgens komt daar steeds meer tijd tussen te zitten. De momenten dat ik er ben, gebruiken we dan ook als reflectie- en evaluatiemomenten. We bespreken moeilijke momenten, herhalen wat we eerder bespraken en mijn rol verdwijnt steeds meer naar de achtergrond. De ouders pakken het gemakkelijker zelf op en snappen na een gesprek steeds sneller wat er is gebeurd.
Geen vast stramien
Een traject volgt nooit een vast stramien en het natraject dus ook niet. Dat is ook logisch. Iedere situatie is weer nieuw en anders dan bij andere gezinnen. In sommige gevallen loop ik wel twee jaar mee. Kinderen rouwen immers in stukjes, daardoor duurt het soms wat langer. Het kind is per slot van rekening ook druk aan het ontwikkelen. Ontwikkelen en rouwen gaat maar moeilijk tegelijk en dat is heel normaal. Samen zoeken we naar een manier waarop het gezin weer wat meer in evenwicht komt en jullie het weer samen kunnen oppakken.