Tag Archief van: verliesbegeleiding

Er kunnen allerlei redenen zijn waarom je een rouw- en verliesbegeleider hebt ingeschakeld. Het liep niet lekker in het gezin door een verlies, er is een dierbare komen te overlijden en je wist niet goed hoe daarmee om te gaan of er is sprake van langdurige ziekte. Extra hulp inschakelen is dan heel verstandig en vaak zeer helpend. Maar een traject met een rouw- en verliesbegeleider is slechts tijdelijk en erop gericht het na verloop van tijd weer zelf te kunnen. Hoe gaat het verder na de therapie?

Overlevingsstrategieën

Wanneer er iets heftigs gebeurt zoals de ziekte of het overlijden van een dierbare, hebben we als volwassenen allerlei overlevingsstrategieën die we kunnen inzetten. We storten ons op het werk, het huishouden, de kinderen – allemaal manieren om even niet geconfronteerd te hoeven worden met ons gevoel. Kinderen kunnen deze strategieën kopiëren, zodoende weerspiegelen ze vaak feilloos de onderliggende gevoelens die de ouder(s) probeert te onderdrukken. Om een traject bij de rouw- en verliesbegeleider succesvol af te ronden, dient de begeleiding op het hele gezinssysteem gericht te zijn, en is dus de betrokkenheid van het volledige gezin noodzakelijk.

Visueel inzichtelijk

Een traject wordt vaak opgestart vanuit de hulpvraag gericht op het kind. Als rouw- en verliesbegeleider bied ik ook een onafhankelijke en veilige plek om de gevoelens te uiten. Het kind hoeft dan niet last te hebben van een loyaliteitsconflict: ze willen vaak niet zeggen dat het bijvoorbeeld lastig is dat mama verdrietig is, want dan wordt mama nóg verdrietiger. Maar dit soort gevoelens spiegel ik ook terug naar de ouders, omdat deze wisselwerking erg belangrijk is. Hierbij gebruik ik graag POPtalk om visueel inzichtelijk te maken wat het kind voelt en ervaart vanuit zijn of haar belevingswereld. Veel ouders ervaren dat als erg verhelderend.

Samen stilstaan

Door te ontwarren welke factoren bij het kind spelen en welke factoren bij de ouders, helpt dat handvatten te ontwikkelen voor na de therapie. Maar ook adviseer ik ouders weer dingen als gezin te gaan doen. Het leven raast maar door, maar probeer eens vaker met elkaar stil te staan. Door momenten te hebben voor leuke activiteiten en momenten samen, ontstaat er ook ruimte om met elkaar bij een verlies of gevoel stil te staan en het te benoemen. Dat hoeft niet altijd lang te duren, maar door geregeld de tijd hiervoor te nemen leert het kind dat er mogelijkheden zijn voor gevoelens en toenadering tot elkaar.

Stapsgewijs afbouwen

Aan de hand van de therapie en dit soort adviezen, verbetert het gedrag van het kind vaak geleidelijk. Dan bouw ik de therapie stapsgewijs af. In het begin kom ik wekelijks of tweewekelijks, afhankelijk van hoeveel het kind aankan. Vervolgens komt daar steeds meer tijd tussen te zitten. De momenten dat ik er ben, gebruiken we dan ook als reflectie- en evaluatiemomenten. We bespreken moeilijke momenten, herhalen wat we eerder bespraken en mijn rol verdwijnt steeds meer naar de achtergrond. De ouders pakken het gemakkelijker zelf op en snappen na een gesprek steeds sneller wat er is gebeurd.

Geen vast stramien

Een traject volgt nooit een vast stramien en het natraject dus ook niet. Dat is ook logisch. Iedere situatie is weer nieuw en anders dan bij andere gezinnen. In sommige gevallen loop ik wel twee jaar mee. Kinderen rouwen immers in stukjes, daardoor duurt het soms wat langer. Het kind is per slot van rekening ook druk aan het ontwikkelen. Ontwikkelen en rouwen gaat maar moeilijk tegelijk en dat is heel normaal. Samen zoeken we naar een manier waarop het gezin weer wat meer in evenwicht komt en jullie het weer samen kunnen oppakken.

Als kinderverpleegkundige heb je veel te maken met verdriet, angst en allerlei andere emoties die spelen binnen een gezin rondom rouw- en verlies. Toch is de verbinding met psychosociale begeleiding op dit gebied vaak verre van optimaal. Sabina Krijger, zelf werkzaam als rouw- en verliesbegeleider én kinderverpleegkundige, heeft daarom een onderwijsmodule geschreven die kinderverpleegkundigen leert om deze begeleiding te integreren in het vakgebied.

Palliatieve kinderverpleegkunde

Sabina vertelt: ‘Ik heb de onderwijsmodule geschreven omdat ik merk dat palliatieve kinderverpleegkunde en rouw- en verliesbegeleiding of psychosociale begeleiding twee werelden zijn, die de verbinding met elkaar missen. Het is namelijk veel meer dan het stukje zorg dat mensen ontvangen in hun laatste levensfase. De begeleiding moet beginnen op het moment dat kinderen te horen hebben gekregen dat zij een levensverkortende ziekte hebben. Met de module hoop ik de twee werelden dichter bij elkaar te brengen. Ik denk dat dit een ontzettend belangrijke stap is binnen de kinderverpleegkunde.’

Psychosociale begeleiding

‘De gezondheidszorg blijft zich constant ontwikkelen. Dit heeft als gevolg dat kinderen met complexe aandoeningen steeds langer blijven leven. Een belangrijke, mooie ontwikkeling, maar dit betekent ook dat de vraag naar psychosociale, familiegerichte begeleiding steeds groter wordt. Helaas zien we echter dat de kennis op dit gebied vaak beperkt blijft en dat moet veranderen. Psychosociale begeleiding kan namelijk de kwaliteit van zorg voor ouders én kinderen vergroten.’

Familiegericht (na)zorgaanbod

Om psychosociale begeleiding te integreren in de kinderverpleegkundige zorg, is meer kennis over rouw en verlies en traumasensitief werken en kijken vereist. Ook professionele nabijheid en de ontwikkeling van familiegericht (na)zorgaanbod moet verbeterd worden. De module ‘Psychosociale Familie(na)zorg’ brengt de twee werelden van verpleegkundige zorg en psychosociale begeleiding bij elkaar. Hierdoor kan de familiegerichte zorg geïntegreerd worden in het huidige zorgaanbod. 

 

Onderwijsmodule

‘De module bestaat uit 10 theorie- en expertisedagen en duurt in totaal 7 maanden. De module is vanaf nu beschikbaar en speciaal geschreven voor kinderverpleegkundigen. Als kinderverpleegkundige sta je namelijk, zeker in de thuissituatie, vaak erg dichtbij het gezin. Deze vertrouwensrelatie kan effectief worden ingezet om psychosociale begeleiding te bieden. Het is ontzettend zonde om deze band niet op die manier te benutten.’

Schrijf je nu in via https://lnkd.in/ejxs3sd

Geregeld vragen mensen mij wat ik doe om alle heftige, impactvolle verhalen en situaties, die ik via mijn werk als rouw- en verliesbegeleider en palliatief kinderverpleegkundige, te verwerken. Mensen vragen zich af of ik eraan wen en het los kan laten. Hierover kan ik kort zijn: mijn werk went nooit.

Impact

Het feit dat ik zie dat mijn werk zin heeft en dat kinderen en hun ouders een stapje verder komen met mijn begeleiding, doet me heel erg goed. Toch hebben álle ervaringen die ik opdoe in de praktijk hebben ook impact op mij. In mijn vrije tijd schrijf ik daarom gedichtjes en korte tekstjes. Dit helpt mij bij het verwerken van alles wat ik iedere dag tegenkom.

Sterk – Sabina Krijger

Sterk zijn betekent voelen

Sterk zijn betekent meer dan brute kracht

Sterk zijn is toegeven dat het soms niet lukt

Vallen en weer opstaan uit alle macht

Je bent niet alleen

Sterk zijn ben je samen

Dat geldt voor iedereen

De dag loslaten

Het van mij afschrijven helpt me om de dag ‘los’ te laten. Ook krijg ik vaak tijdens het schrijven weer nieuwe inzichten voor de volgende afspraak. Op die manier is schrijven voor mij erg therapeutisch en behulpzaam. Ik kan er mijn eigen gevoelens in kwijt én stel mezelf in de gelegenheid om op een andere manier naar de situatie te kijken. Dit neem ik dan mee tijdens een volgend gesprek. Verder zie ik het als mijn doel om de wereld van palliatieve zorg en psychosociale begeleiding dichter bij elkaar te blijven. Dit doe ik onder andere door voorlichting te geven, maar ook schrijf ik mijn eigen onderwijsmodule voor kinderverpleegkundigen over dit onderwerp. In mijn tekst ‘Palliatieve zorg’ heb ik mijn gevoelens hierover beschreven.

Palliatieve zorg – Sabina Krijger

Ga naast de mensen staan
Sta soms stil en geniet van wat je ziet.
Hard werken dat kunnen we wel, je vecht
Tijd en ruimte ontbreekt ons soms echt.
En je wacht; maar het leven raast door
Je kijkt terug, is dit het?
Waarom ik, waarom wij, waarom
De eenzaamheid, de aanwezigheid van jou maakt het verschil.
Laat niet alleen de uitdagingen zien, maar ook de mooie momenten.
Wat doet het met jou?
Laat je het binnenkomen of hoort het bij je werk.
Wat geef je aan jezelf?
It’s ok!
Professionele verbondenheid dat is nodig.

Veerkracht – Sabina Krijger

Tegenslagen keer op keer.
De enorme veerkracht verbaast mij steeds weer.
Hoogtepunten en diepe dalen hebben de macht.
Verbondenheid met elkaar en de liefde geven kracht.
Keuzes maken die eigenlijk geen keuze zijn.
Boosheid, frustratie en pijn.
Liefdevolle aandacht wordt gegeven.
In het hier en nu bij leven.

Wanneer een kind langdurig ziek is, is dat ontzettend zwaar voor het hele gezin. Een kind krijgt te maken met allerlei ervaringen, emoties en situaties die we het liefst zo ver mogelijk bij ze vandaan houden. Het is dan ook niet gek dat een kind vroeg of laat de behoefte krijgt om hier met iemand over te praten die wat verder van hem af staat, maar toch dichtbij is.

Rouw- en verliesbegeleiding in de praktijk

Sjoerian Brokelman is moeder van Luco. Haar, inmiddels 13-jarige, zoon heeft het eerste half jaar na zijn geboorte in het ziekenhuis gelegen. Toen hij daarna naar huis mocht, was veel verpleegkundige zorg nodig. Dit is het moment dat Sabina Krijger bij het gezin in beeld kwam. Sjoerian vertelt over de rol die Sabina in het leven van het gezin en Luco is gaan spelen.

In de knoop

‘Sabina werkte destijds nog ‘enkel’ als kinderverpleegkundige, maar ging op een gegeven moment de opleiding voor rouw- en verliesbegeleiding volgen. Toen Luco vervolgens op een leeftijd kwam dat hij dingen kon uitspreken en benoemen, merkten wij dat hij behoorlijk in de knoop zat met bepaalde dingen. We besloten dat het goed zou zijn dat hij hier met iemand over kon sparren en wat is er dan mooier dan dit te doen met iemand die je al jaren kent?’

Snel gefrustreerd

‘Sabina praat met Luco voornamelijk één op één over bepaalde thema’s die op zo’n moment spelen. Een naderende operatie of iets dat op school niet lekker loopt. Op een gegeven moment gaan we dat soort momenten zelf ook herkennen. Hij raakt bijvoorbeeld snel gefrustreerd. Nu geeft hij zelf aan dat hij met Sabina wil praten of wij stellen het voor. Hij is er dan altijd voor in.’

Flink ziek

‘Luco is vanaf zijn geboorte flink ziek geweest, hij heeft op de intensive care gelegen en dat soort ervaringen kunnen behoorlijk traumatisch zijn. Zeker voor een jong kind. Sabina helpt hem hier mee om gaan en helpt hem begrijpen waarom hij soms boos is en dat dit helemaal niet raar is. Het is oké om daarover te praten en daar gevoelens bij te hebben en we merken altijd gelijk dat het beter gaat na een sessie van drie kwartier of een uur.’

Enorme opluchting

‘Dat is voor ons als ouders natuurlijk ook een enorme opluchting. De onderwerpen waar hij over praat zijn vaak erg gevoelig of kwetsbaar. Daarover wil je als kind liever niet praten met je ouders, want als je als kind verdriet of pijn hebt, hebben je ouders dat ook. Sabina is hierin een soort vertaler. Ze maakt na een gesprek en waar hij bij is een vertaalslag, zodat wij ook op de hoogte zijn wat wat er speelt. Dat is echt een hele prettige, mooie manier om te communiceren.’

Deskundige begeleiding

‘Ik vind het heel goed dat Sabina zich inzet voor een betere verbinding tussen de kinderverpleegkunde en sociaalpsychologische begeleiding. De ervaring die Sabina als kinderverpleegkundige heeft, is heel waardevol voor een rouw- en verliestherapeut. Als je dit werk doet vanuit een heel andere hoek dan de verpleegkundigentak, mis je toch een stukje deskundigheid en ervaring die Sabina wel kan bieden.’

Waardevolle aanvulling

‘Voor ons werkt het echt ontzettend goed. Ze komt nu wekelijks bij ons en daardoor is het lijntje gewoon heel kort. De drempel is dan een stuk lager om om hulp te vragen dan wanneer je weer naar een ander, nieuw persoon moet gaan. Het voegt heel erg veel toe. Deze vorm van begeleiding is een waardevolle aanvulling in het (kinder)verpleegkundigenvak.

Veel mensen denken dat palliatieve zorg het stukje zorg is dat mensen ontvangen in de laatste fase van hun leven. Als rouw- en verliesbegeleider en kinderverpleegkundige zie ik dat anders. Naar mijn mening begint de zorg al eerder; namelijk op het moment dat de kinderen te horen hebben gekregen dat zij een levensverkortende ziekte hebben. Zij hebben bijvoorbeeld een spierziekte, een stofwisselingsziekte of kanker.

Nooit volwassen

In dit traject ondergaan kinderen operaties en intensieve behandelingen in het ziekenhuis of thuis. Maar er kunnen juist ook periode zijn dat de ziekte (even) stabiel lijkt te zijn en zich niet verder ontwikkelt. Vaak kunnen zij dan ook ‘gewoon’ naar school en met vriendjes spelen, net zoals hun leeftijdgenootjes. Maar in tegenstelling tot de meeste andere leeftijdsgenootjes, hebben deze kinderen tegelijkertijd het besef dat zijn nooit volwassen zullen worden, en dat de zorg en de behandelingen die ze krijgen er alleen toe dienen om de tijd te rekken. Dat kunnen jaren zijn, maar soms ook maanden of weken. Als kinderverpleegkundige en rouw- en verliesbegeleider is het mijn taak om ervoor te zorgen dat de kwaliteit van hun leven zo hoog mogelijk blijft, en dat zij de juiste begeleiding krijgen bij het verwerken van hun gevoelens en emoties.

De vragen die bijna niemand stelt

De kinderen die ik palliatieve begeleiding geef, kennen mij soms al vanuit de verpleegkundige zorg. Dat is fijn: voor hen ben ik dan al iemand waarbij ze zich veilig voelen en die zij vertrouwen. Het is dan gemakkelijker om met elkaar te praten. Als ik met hen in gesprek ga stel ik zo simpel mogelijke vragen. Zoals hoe het nu met hen gaat en hoe zij zich voelen. Maar ik stel bijvoorbeeld ook vragen als: ‘Wat vind je er nou van dat je steeds de ene na de andere behandeling moet ondergaan?’ en ‘Ben je bang om dood te gaan?’ Deze vragen zijn weliswaar simpel, maar het zijn dikwijls de vragen die anderen vaak niet aan hun durven stellen. Ook komt het vaak voor dat de antwoorden al voor hen ingevuld worden – dat kan ook heel irritant en lastig voor hen zijn.

De wens om een normaal leven

Vaak ga ik met de kinderen in gesprek wanneer ik de verpleegkundige zorg aan het verlenen ben. Dat voelt voor hen het meest veilig. Ik probeer dan zo dicht mogelijk aan te sluiten bij hun belevingswereld. Dan ben ik bijvoorbeeld bezig met het verwisselen van het infuus, en zijn zij tegelijkertijd rustig een You Tube-filmpje op hun IPad aan het kijken. Dan begin ik bijvoorbeeld over het filmpje, waarna het gesprek langzaam wordt toegespitst op wat zij op dit moment doormaken. Hierbij haak ik ook vaak in op de actualiteit. Wanneer het, zoals nu, mooi zomer weer is, vraag ik bijvoorbeeld: ‘Wat vind je er nou van, dat jij niet zoals alle andere kinderen zomaar naar het zwembad kan?’ Vanuit daar ontstaan er vaak mooie gesprekken. Maar wat altijd duidelijk naar voren komt, is dat de kinderen het liefst een normaal leven willen hebben. Zij willen ook gewoon naar school, en met hun vriendjes spelen. Net zoals alle andere kinderen.

Opluchting

Praten over de dood kan zwaar en confronterend zijn. Maar het zijn vaak de volwassenen die er de zwaarte opleggen. Eigenlijk vertellen kinderen altijd heel eerlijk wat zij ergens van vinden en hoe zij ergens tegenaan kijken. Ik merk dat kinderen vaak opgelucht zijn als ik vraag naar hoe het werkelijk met hen gaat. Soms komen er hele verdrietige dingen uit. Dat een kind heel eerlijk aangeeft dat het geen behandeling meer wil ondergaan, en zegt: ‘Ik wil eigenlijk helemaal niet meer’.

Systemische aanpak: ook met de ouders

Het betrekken van ouders in de begeleiding vind ik belangrijk. Voor hen is het natuurlijk heel confronterend om mee te maken dat het slecht gaat met hun kind, en te moeten beseffen dat zij hun kind nooit zien opgroeien. Daarom organiseer ik de rouw- verliesbegeleiding heel systemisch: de ouders worden ook intensief betrokken. Als een kind bij mij heeft aangegeven dat het niet meer verder wil met behandelingen, bekijk ik samen het hem of haar hoe we dit bespreekbaar kunnen maken met de ouders en mogelijk ook met de behandelend arts. Soms vinden de kinderen dat heel spannend. Ik leg dan uit dat papa en mama het erg belangrijk vinden om te weten hoe het met hun kind gaat. Soms besluiten we dan om met zijn drieen in gesprek te gaan. Zulke gesprekken zijn erg waardevol: ze zorgen ervoor dat alle neuzen dezelfde richting opgaan.

Missie

Mijn werk went nooit: alle ervaringen die ik opdoe in de praktijk, hebben ook impact op mij. In mijn vrije tijd schrijf ik gedichtjes en korte teksten. Dit helpt bij het verwerken van alles wat ik elke dag tegenkom. Het doet me goed dat ik zie dat mijn werk zin heeft, en dat kinderen en hun ouders een stapje verder komen met mijn begeleiding. Ik zie het dan ook als mijn missie om mijn twee werelden dichterbij elkaar te brengen: die van rouw- en verliesbegeleider en die van kinderverpleegkundige. Hier wil ik mij in de toekomst nog veel meer voor in gaan zetten, onder andere door verpleegkundige meer tips en voorlichting te geven hoe zijn kinderen in de palliatieve levensfase extra kunnen ondersteunen.

  • Sabina Krijger

Het boek ‘Achtstegroepers huilen niet’ bleek akelig van toepassing op de situatie van de elfjarige Chantal. Het zou hét jaar worden van de CITO-toets, de eindmusical, allerlei afscheidsfeestjes en het uitkiezen van een middelbare school. Een spannend jaar, dat Chantal intens beleefde met haar klasgenootjes Rachida en Marlous. Totdat Marlous drie maanden vóór het eind van het schooljaar ernstig ziek werd, en binnen korte tijd overleed aan de gevolgen van haar plotselinge ziekte. Chantal pakte haar leven zo goed mogelijk op, en sloeg zich schijnbaar moeiteloos door alle CITO-opgaven en andere uitdagingen heen. Maar net toen ze een half jaar in de brugklas zat, liep ze ineens vast. Toen ze in een weekend met haar ouders in de auto op weg was naar opa en oma, kwam er uit de radio ineens een liedje dat op de afscheidsdienst van Marlous werd gedraaid. En toen kwamen de tranen, die overgingen in voortdurende huilbuien en terugtrekgedrag.

Chaos van emoties

Chantal kwam de eerste keer bij me samen met haar ouders. Hoewel haar ouders graag wilden dat zij ging praten over wat haar zo bezighield, had Chantal daar in de eerste instantie minder behoefte aan. Toch spraken we af om een tijdje met zijn tweeën aan de slag te gaan. Het was mijn doel om meer rust en orde in de chaos van emoties te brengen. Tijdens de sessies merkte ik dat Chantal haar proces van rouw onbewust had uitgesteld. Er kwam immers van alles op haar af in de periode dat haar klasgenootje overleed. In die tijd moest Chantal zich buigen over lastige toetsen en het uitkiezen van een nieuwe school. Daarna moest ze wennen aan de brugklas en alles wat daarbij kwam kijken. Ook bleek dat ze het lastig vond om zichzelf toe te staan om te huilen. Dit was volgens haar iets wat alleen voor jonge kinderen was. Aan het eind van ons laatste gesprek had ze zichtbaar meer rust over zich, en zei ze iets waar ik het roerend mee eens was: ‘Ook als je in groep acht of in de brugklas zit, mag je best huilen.’

Hoe kun je kinderen steunen in het rouwproces?

Voor volwassenen is het praten over de dood erg lastig. Met kinderen hierover spreken is als het even kan nog zwaarder. De jonge kinderen hebben nog geen begrip van de dood. Als ouders is het belangrijk om dan woorden te geven aan de emoties die de kinderen laten zien en waar mogelijk uitleg te geven over wat het de dood en doodgaan betekent. De wat oudere kinderen hebben een beter begrip van de dood. Hun kun je het beste duidelijk uitleggen wat er precies gebeurd is. Om je kind te steunen, is het belangrijkste dat je hem of haar het gevoel geeft dat het niet alleen is. Zorg voor een warme omgeving, waarin je kind over zijn gevoelens mag praten. Je hoeft je kind niet te vragen naar zijn gevoelens, maar geef vooral de ruimte dat ze er mogen zijn en benoem wat je ziet en check of het klopt met wat je kind echt voelt. Wij als ouders vullen dat vaak in. Als ouder mag je overigens ook best laten zien dat je er zelf ook verdriet van hebt.

Vastlopen in het rouwproces

Er staat geen houdbaarheidsdatum op het rouwproces. Zo kan het zijn dat het verdriet de achterblijvers maanden of zelfs jaren later overvalt, en dat er dan ineens tranen komen. Andere kinderen huilen helemaal niet, maar laten op andere manieren merken dat zij hun verdriet aan het verwerken zijn. Voor rouwen bestaat geen juiste manier: elk kind gaat hier anders mee om. Heb je echter het idee dat je kind vastloopt bij het verwerken van zijn gevoelens? Is het bijvoorbeeld een lange tijd veel stiller dan anders en trekt het zich terug? Of gaat het minder op school? Dan kan ik als rouw- en verliesbegeleider je kind een stap in de goede richting helpen.

‘Dat ga ik niet doen hoor’

Op een speelse, liefdevolle en begripvolle manier zoek ik samen met je kind naar de mogelijke oplossingen. Hierbij maak ik gebruik van creatieve middelen zoals fotokaarten en mindmaps. Het praten over beelden biedt een veilig gevoel, waardoor het komen tot de kern en het vinden van een oplossing vaak gemakkelijker is. Via een ‘omweg’ lukt het vaak om de situatie, gevoelens en gedachten met het kind te bespreken. Tieners laten vooral in het begin nog weleens weten dat zij de begeleiding eigenlijk maar ‘onzin’ vinden. ‘Dat ga ik niet doen’ of ‘Stom’, hoor ik dan. Zij zijn dan meegenomen door hun ouders. Ik spreek dan met de kinderen af dat ze in elk geval twee sessies komen. Zo kan er toch worden kennisgemaakt, en kunnen ze na die tijd beslissen of ze ermee door willen of niet. Ik ga heel gelijkwaardig met de kinderen om. Wanneer er een aantal sessies achter de rug zijn, vraag ik wat ze er tot dan toe van vinden en of ze het gevoel hebben dat ze er iets aan hebben. Vaak geven kinderen aan dat zij dankzij de coaching meer rust hebben gevonden. Zelf merk ik dat zij als het ware als een oester zijn opengetrokken, en opener praten over wat er in hen omgaat.

De kracht

Mijn missie als erkend rouw- en verliesbegeleider? Kinderen en gezinnen een stap in de goede richting te helpen, zodat zij op hun eigen manier leren omgaan met hun verlies en verdriet. Uit eigen ervaring weet ik hoe een ingrijpende gebeurtenis je diep van binnen kan raken. Maar ik weet ook dat de kracht om door te gaan, bij welk probleem dan ook, in je zit. Ik heb De Kinderhoeksteen opgezet om kinderen én hun ouders of verzorgers te helpen om deze kracht te benutten, en hen te begeleiden in het proces van rouw en verlies. Daarnaast maak ik op aanvraag zorgknuffels. Deze kunnen een troost bieden en bijdragen aan het vormen van herinneringen.

Begeleiding –

Jolien (39 jaar) vertelt: ‘Peter en ik konden onze geluk niet op toen we ons prachtige dochtertje Kelly mochten verwelkomen in ons leven. Onze zoon Guus van vier kreeg er een ontzettend lief en mooi zusje bij.  Maar na een tijdje werd het allerergste doemscenario werkelijkheid:  Kelly bleek een ernstige hartafwijking te hebben. Na een tijd van zware behandelingen in het ziekenhuis overleed Kelly uiteindelijk. Peter en ik waren – en zijn – ontroostbaar. We hadden haar willen helpen, beschermen, liefhebben. Voorgoed zonder haar thuiskomen was ondraaglijk. Weten dat zij  nooit zou opgroeien in het speciaal voor ons viertjes ingerichte huis. Dat we nooit met zijn viertjes aan de keukentafel zouden zitten, nooit samen koekjes zouden bakken, of naar de kinderboerderij zouden gaan. Het was hartverscheurend. Maar Peter en ik wisten allebei dat we door moesten, vooral voor onze zoon Guus. Maar hoe deden we nou: verdergaan na het verlies van ons lieve dochtertje?’

Geen vast draaiboek

Van huis uit ben ik kinderverpleegkundige en heb ik altijd gewerkt in de palliatieve en terminale zorg. In mijn werk kom ik het helaas vaak tegen dat kinderen na een lang of kort ziekbed komen te overlijden. Daarnaast werk ik als rouw- en verliesbegeleider, en kom ik ook in situaties waarin ouders afscheid moeten nemen van hun ongeneeslijk zieke kind. Wat mij opvalt, is dat ouders vooral in de periode dat het kind ziek is een sterk team vormen. Deze periode bestaat vaak uit heel hard worstelen, vechten en overleven, en biedt vaak geen ruimte om heel erg stil te staan bij gevoelens en emoties. In de periode na het overlijden komt er wel meer ruimte om stil te staan bij alle emoties. Het valt me op dat mannen en vrouwen hier vaak anders mee omgaan. Vaders hebben vaker de neiging om zich op de toekomst richten en verder te gaan, terwijl moeders vaker de neiging hebben om terug te kijken op wat er gebeurt is. Deze manieren van rouwen zijn allebei niet ‘fout’ of ‘goed’: iedereen doet wat goed bij hem of haar past. Maar het is niet de bedoeling dat mensen elkaar ‘kwijtraken’ in het rouwproces.

Mannen en vrouwen

Soms lopen stellen vast in hun rouwproces, en schakelen ze mij in. Zo zie ik weleens dat mannen en vrouwen elkaar niet helemaal begrijpen. De vrouw heeft het idee dat haar man niet over het overlijden van het kind wil praten, terwijl de man het onderwerp niet aansnijdt omdat hij zijn vrouw niet nog meer aan het huilen wil maken. Of de man wil zijn vrouw op leuke uitstapjes meenemen om haar op te vrolijken, terwijl zij liever rustig thuis is om daar de gebeurtenis te verwerken. Zij kunnen elkaar dan kwijtraken in het rouwproces.

Het land van rouw

Ik probeer hen dan te laten zien dat er in het ‘land van rouw’ eigenlijk twee eilandjes bestaan: die van verlies en die van de toekomst. Dit doe ik op een hele simpele manier: met een tekening. Ik leg uit dat beide eilandjes bestaan en dat het belangrijk is dat deze geïntegreerd worden in het leven. Daarnaast is het belangrijk dat de 2 eilanden in verbinding met elkaar blijven. Dit gebeurt vaak door een zigzag of schommelbeweging. Samen met hen kijk ik naar de stukken waar er weer verbinding kan worden gemaakt, en geef ik handvatten voor manieren die wél kunnen werken om elkaar te vinden. Gewoon eventjes naast haar zitten als ze verdrietig is bijvoorbeeld. Of in plaats van om ergens naar toe te gaan, gewoon eventjes samen koffie gaan drinken in de tuin.

‘Mag ik nu weer een filmpje kijken?’

In mijn begeleiding gebruik ik creatieve werkvormen. Tekeningen bijvoorbeeld dus, en fotokaarten. Daar staan hele diverse dingen op: bloemen, landschappen. Vaak begin ik met het vragen of ze een kaart willen uitzoeken die laat zien hoe ze zich op dit moment voelen, een kaart waar ze blij van worden en een kaart kiezen wat troost bied op dit moment. Het gesprek wordt zo wat minder ‘klinisch’, en je komt erachter wat zij voelen nu en op dit moment. Daarnaast begeleid ik ook kinderen als zij hun broertje of zusje moeten missen. Zij gaan heel anders met verdriet en verlies om dan volwassenen. Dan hebben ze bijvoorbeeld net een traan gelaten, en vragen ze: ‘Mag ik nu weer een filmpje kijken?’ Ik raad ouders aan om de communicatie binnen het gezin zo open mogelijk te houden. Soms trekken kinderen zich dingen heel persoonlijk aan – als mama wat stiller is of moet huilen, denken ze bijvoorbeeld dat het hun schuld is. Uitleggen: ‘Nee, mama moet even huilen omdat ze verdrietig is vanwege je zusje’ kan dan helpen. Voor kinderen is het namelijk belangrijk dat er woorden aan emoties worden gegeven, die weten ze vaak zelf nog niet.

Onderdeel basispakket

Ik ben van mening dat er veel meer aandacht moet komen voor het proces van verlies en rouw. Begeleiding van deze processen kan ook heel preventief zijn. Door mensen handvatten te geven, vergroot je hun zelfredzaamheid en voorkom je dat zij helemaal raken weggestopt in hun verdriet. Hiermee kun je psychische problemen als depressie, eenzaamheid en burn-out voor zijn. Daarom zou het heel mooi zijn dat deze begeleiding een vast onderdeel wordt van het basispakket en behandeling.

Het zien van de dood vanuit de ogen van een tienjarig jongetje is en blijft een ontroerende ervaring voor mij. Na een lange strijd en uitputting gaven de artsen aan dat niet alle behandelingen meer mogelijk waren, waardoor het einde in zicht kwam. Wat ben ik dankbaar dat ik als verliesbegeleider zijn emoties en angsten met hem in beeld kan brengen, zodat ze niet in de weg gaan zitten in de tijd die hij nog heeft in het leven.

Verlies

hIn dit artikel vertelde ik over deze tienjarige jongen. Als verliesbegeleider maak ik ook vaak de andere kant mee: hele jonge kinderen die iemand verliezen of hebben verloren die belangrijk voor hen was. Dit was bijvoorbeeld het geval bij Nilo, een ontzettend lief jongetje van zeven jaar oud. Sinds het overlijden van zijn beste vriendje Sjoerd, was de doorgaans vrolijke en open Nilo een stuk stiller dan anders. Hij had weinig zin om te spelen en ging na school meteen naar zijn kamer, om daar alleen te zijn. Als zijn ouders zijn overleden vriend ter sprake brachten, dan reageerde Nilo niet. Zijn ouders hadden het een tijdje aan gekeken. Maar toen Nilo na een maand nog steeds zo teruggetrokken en stil was, hadden ze mij benaderd.

Poptalk

Nilo weet dat ik ben gestuurd door zijn ouders vanwege wat hij heeft meegemaakt. Op zijn gezicht is de opluchting af te lezen toen duidelijk werd dat ik niet kwam om met hem te praten. Bij binnenkomst had ik namelijk al meteen mijn bakken met Playmobil uitgestald. Na een aantal minuten wat aarzelend de ruimte te hebben rondgekeken, durfde hij naar de bak met Playmobilstukken te lopen. Eerst pakte hij een zandbak, met daarin verschillende schepjes en emmertjes. Ook heeft hij twee poppetjes in de zandbak gezet die kinderen moeten voorstellen. Eentje met een donkere huidskleur, eentje die blank is. Hij wees naar het blanke poppetje. ‘Die ene is Sjoerd, en die ander ben ik.’

Samen in de zandbak

Nilo vertelde dat Sjoerd en hij tijdens elke schoolpauze samen in de zandbak speelden. Met de poppetjes laat hij zien hoe hij de vriendschap beleefde, en hoe belangrijk die voor hem was. ‘En hoe is het nu met jou en Sjoerd?’ vraag ik dan voorzichtig. ‘Kun je dat ook laten zien? Het bruine poppetje zit bij de zandbak, het blanke poppetje mist. Ik vraag hem waarom hij daar alleen zit. Nilo is even stil. Dan klinkt het zacht: ‘Sjoerd moest in het ziekenhuis omdat hij ineens heel erg ziek werd. En toen… toen is hij niet meer teruggekomen.’ Er rolt een traan over zijn wang. Ook ik voel een brok in mijn keel. Ik vraag hem of hij een idee heeft waar Sjoerd nu is. Hij is weer even stil, en schudt dan zijn hoofd. Dat weet ik niet zo goed.’ Dan klinkt het vastbesloten: ‘Maar later zullen we weer samen zijn.’

Glimlach

In de volgende sessies zal ik verder gaan met de dankbare taak om Nilo verder te begeleiden in zijn proces van verdriet en rouw. Na deze eerste sessie heeft Nilo namelijk, met een glimlach op zijn gezicht, aangegeven dat ik nog een keer mag terugkomen. Hoeveel sessies er voor hem nodig zijn om alles een plekje te kunnen geven, en weer de ruimte te vinden om ook weer met andere kindjes te spelen, kan ik niet van tevoren zeggen. Ieder kind is uniek. Er is altijd een mogelijkheid voor een oplossing, en ik neem alle tijd om die, samen met het kind en jij als ouder, te vinden. En heel vaak is die oplossing dichterbij dan je denkt.

Uit eigen ervaring

Als geen ander weet ik hoe een ingrijpende gebeurtenis als het verliezen van een goede vriend je diep van binnen kan raken. Maar ik weet ook dat de kracht om door te gaan in je zit. Ik heb de Kinderhoeksteen opgericht om kinderen deze kracht te laten (her)ontdekken en te gebruiken. Het is mijn missie om het kind en het gezin een stapje in de goede richting te helpen. Zo leren zij allemaal, op hun eigen manier, om te gaan met de processen van rouw, verlies en verdriet.