Rouw is een onderwerp dat we vaak liever uit de weg gaan, zeker binnen het onderwijs. Toch krijgen vrijwel alle scholen vroeg of laat te maken met een leerling die rouwt. Of het nu gaat om het verlies van een ouder, een grootouder, een broertje of zusje, of zelfs een klasgenoot – de impact is groot. Veel scholen proberen hierop voorbereid te zijn door een cursus of training te volgen, maar rouw laat zich niet vangen in een standaard protocol. Met alleen een cursus kom je er niet. Rouw draat een leerling zijn hele schoolcarrière mee en wanneer er bij een andere leerling of leerkracht iets gelijks voordoet wordt de rouw weer extra aangeraakt.
Rouw is geen vast stappenplan
Een cursus over rouw biedt waardevolle handvatten, maar rouw is voor iedereen anders. Elk kind rouwt op zijn eigen manier en tempo. Sommigen zoeken afleiding, anderen trekken zich terug. Er is geen standaardreactie, en dat maakt het lastig voor scholen om precies te weten hoe ze moeten handelen. Een vaste aanpak werkt niet. Wat wél werkt, is een open en flexibele houding waarin ruimte is voor het individuele proces van een leerling. Niet alleen wanneer de rouw actueel is maar ook wanneer het goed gaat met de leerling.
De rol van de school
Scholen spelen een belangrijke rol in de ondersteuning van rouwende leerlingen.Een veilige omgeving, begripvolle leerkrachten en een cultuur waar gevoelens besproken mogen worden zijn enorm waardevol in het rouwproces. Om zich daar goed op voor te bereiden, hebben scholen en leerkrachten meer nodig dan enkel theoretische kennis. Het vraagt om bewustzijn, empathie en vooral de bereidheid om het gesprek aan te gaan – keer op keer, ook lang nadat de eerste schok voorbij is. Ook midden in een rekenles of taalles als de rouw zomaar ineens naar boven komt, dan kan je het niet parkeren en eerst de rekenles willen afmaken.
Hoe kan een school écht helpen?
– Luisteren zonder te willen oplossen: Rouw is geen probleem dat gefikst kan worden, maar een proces dat erkend wil worden met name op de momenten dat het eigenlijk niet uitkomt (in de reken of taalles bijv)
– Ruimte geven aan emoties: Een kind mag verdrietig zijn, boos, afgeleid of zelfs lachen tussendoor – alles is normaal.
– Blijven checken: Niet alleen in de eerste weken, maar ook na maanden of zelfs jaren nog vragen hoe het gaat en stilstaan dat bij elk nieuwe verlies het oude weer getriggerd kan worden.
– Een rouwvriendelijke schoolcultuur creëren: Waar verlies bespreekbaar is en kinderen zich gesteund voelen door zowel leerkrachten als klasgenoten. Waar kinderen leren over emoties en hoe je deze kan reguleren.
Een doorlopende inspanning
Een cursus kan een mooie basis zijn, maar het belangrijkste is wat er daarna gebeurt. Rouwondersteuning vraagt om een voortdurende inspanning en een cultuur waarin verlies en verdriet niet weggestopt worden, maar er mogen zijn. Pas dan kan een school een echte steunpilaar zijn voor rouwende kinderen.